khazaarEr wordt tegenwoordig veel geschreven en gepredikt over de profetieën. Dit zou op zo'n manier moeten gebeuren, dat juist mensen worden geïdentificeerd als diegenen, die de Bijbelse profetie vervullen. Niemand kan naar waarheid de profetieën behandelen, zonder daarbij op het joodse probleem te stuiten. En men kan het joodse probleem niet onderzoeken zonder dat men iets begrijpt van het grote koninkrijk der Khazaren (in de diverse vertalingen wordt hun naam op verschillende wijze geschreven, zoals Kazar, Chazar, Chozr en nog andere spellingen, die de student in de war brengen). En toch leest men nauwelijks iets over de Khazaren in de geschriften van moderne evangelisten over de profetie.

De verkondigers van de Israëlvisie echter hebben al vele jaren lang de aandacht gevestigd op deze kant van het wereld-Jodendom. En zelfs onder sommigen van hen wordt dit onderwerp maar amper begrepen. Maar het betreft hier een historisch feit, goed gedocumenteerd door zowel wereldse als joodse bronnen. Als we enkel de woorden van joodse schrijvers zouden nemen, die schrijven over Joden, vóór Joden in joodse publicaties, dan zouden we al een goed gefundeerd overzicht hebben.

 

Laten we, bijvoorbeeld, een paar regels uit de Joodse Encyclopedie nemen, van de editie van 1903 en uitgegeven door Funk & Wagnalls te New York en Londen. In deel IV op blz. 1 t/m 5 staat een uitgebreid artikel over dit onderwerp met een landkaart erbij van het koninkrijk der Khazaren. Het staat eveneens in de daaropvolgende uitgaven, die te vinden zijn in bibliotheken van de grotere steden.

 

We geven het volgende weer uit het betreffende artikel:

 

"Khazaren: Een volk van turkse oosprong, waarvan leven en geschiedenis verweven is met het allereerste begin van de geschiedenis van de Joden in Rusland,.....voortgedreven door nomadische stammen uit de steppen en door hun eigen verlangen naar plundering en wraak....het koninkrijk der Khazaren was stevig gevestigd in het grootste deel van Zuid Rusland, lang voor de vestiging van de Russische monarchie door de Varangians (in 855)...in deze tijd stond het koninkrijk der Khazaren op het toppunt van zijn macht en voerde steeds oorlog....aan het eind van de achtste eeuw....omhelsde de koning der Khazaren met zijn hofhouding, tezamen met een groot deel van zijn heidense bevolking het joodse geloof....de bevolking van het gebied der Khazaren moet in de periode tussen de zevende en de tiende eeuw zeer talrijk geweest zijn...omstreeks de negende eeuw lijkt het alsof alle Khazaren Joden waren en dat ze nog maar korte tijd daarvoor tot het Judaïsme bekeerd waren."

 

Het lijdt geen twijfel, dat het Khazaren koninkrijk zeer uitgestrekt was, misschien wel meer dan 2.073.000 vierkante kilometer. De landkaart van het koninkrijk, die in de Joodse Encyclopedie voorkomt, laat zien dat het koninkrijk aan het eind van de tiende eeuw zeer groot was. Onweerlegbare feiten tonen het bestaan van zo'n koninkrijk aan, een heidense Turks-Finse, oud- mongoloïde natie, diep in het hart van Azië, die door bloedige oorlogen haar weg bevochten had naar haar machtige positie, in de tiende eeuw van het Christelijk tijdperk.

 

Overgang naar jodendom

 

Het is ook bekend, dat dit heidense Khazaren koninkrijk in het jaar 740 AD. tot het Judaïsme bekeerd werd. In dat jaar was koning Bulan de eerste van de Khazaren die tot het Judaïsme overging en vervolgens riep hij het uit tot staatsgodsdienst van het Khazaren-koninkrijk. Nadien kon slechts een Jood de troon der Khazaren bestijgen, of een plaats van enige macht in het koninkrijk bekleden. Evenals andere heersers van heidense naties in Europa waar de phallusdienst werd beleden en uitgevoerd, liet koning Bulan zijn lange volgehouden tegenstand tegen het monotheïsme varen en riep dit uit tot staatsgodsdienst der Khazaren. Hij verbood ook de phallusdienst, een smerige vorm van seksuele ontaarding, die lange tijd in religieuze diensten werd gepraktiseerd.

 

Een ander, meer recent resultaat van joodse wetenschap is de Encyclopedia Judaica, die 16 delen bevat, in 1971 door MacMillan Co. te New York uitgegeven. In Deel 10, te beginnen op blz.944 tot blz.955, vindt men dezelfde geschiedenis over het Khazaren-koninkrijk. Dit artikel is geschreven door Joden, over Joden en voor Joden en voor ieder ander die het wenst te lezen.

 

Waarschijnlijk werd een van de eerste wetenschappelijke boeken waarin deze geschiedenis wordt behandeld, gedrukt in 1894 door de Joodse Uitgeversmaatschappij te Philadelphia, een werk dat een klassiek werk zou worden betreffende de joodse geschiedenis. Het werd geschreven door professor H. Graets, zelf van Khazaren afstamming en werd getiteld ?De Geschiedenis van de Joden.? Hij is niet alleen een autoriteit op het gebied van de Joden, maar werd tot nu toe als 's werelds grootste autoriteit beschouwd op het gebied van de geschiedenis der Khazaren. In dit boek vertelt professor Graets ons nog weer eens wat wij reeds verteld hebben en nog heel wat meer over het Khazaren-koninkrijk: de opkomst, uitbreiding en uiteindelijke val. Ook al zou er geen andere bronneninformatie te vinden zijn, dan zou deze zeker genoeg zijn voor elke oprechte zoeker naar de waarheid.

 

Maar laten we nog eens verder kijken, want er bestaat een overvloed van materiaal over dit onderwerp. Benjamin H. Freedman, zelf een Jood, heeft veel over dit onderwerp geschreven. Zijn boek ?Facts are Facts? geeft de geschiedenis op begrijpelijke wijze weer. En in een speciaal geschreven artikel voor het tijdschrift 'Common Sense' van 1 mei 1959, vertelt Mr. Freedman over het historisch materiaal, dat over dit onderwerp bestaat, met deze woorden: "In de Openbare Bibliotheek van New York" bevinden zich 327 boeken, geschreven door ?s werelds grootste geschiedkundigen en andere informatiebronnen naast de Joodse Encyclopedie, die de geschiedenis der Khazaren behandelen en geschreven zijn tussen de derde en de twintigste eeuw AD. door tijdgenoten van de Khazaren en door moderne historici. Deze informatiebronnen over de Khazaren zijn geschreven in de zestien oude en moderne talen van de schrijvers. Er zijn simultane vertalers nodig voor hen die deze 327 informatiebronnen willen raadplegen, maar niet in staat zijn deze zestien oude en moderne vreemde talen te lezen, waarin ze werden geschreven. In de Congres Bibliotheek en in de voornaamste privé bibliotheken in de U.S.A. en in het buitenland bestaat de mogelijkheid talloze andere authentieke informatiebronnen te raadplegen, die een helder beeld geven van de geschiedenis van het Khazaren-koninkrijk van de z.g "Jood", voordat het als natie verdween."

 

The Thirteen Tribe

 

De moderne studie echter over dit zeer interessante en belangrijke onderwerp verscheen in 1976 en had de uitwerking van een donderslag bij heldere hemel. Het heette ?The Thirteenth Tribe: The Khazar Empire and its Heritage'?door Arthur Koestler.

 

Koestler is zeer kundig en goed op de hoogte van de geschiedenis der Khazaren en hij is als zodanig erkend in het wereld-Jodendom. Er zijn hem vele eerbewijzen en titels verleend in Frankrijk, Groot Brittannië en Amerika. De lijst van boeken, die hij geschreven heeft, is zeer indrukwekkend en zou hem recht geven op het lidmaatschap van bijna elke literaire vereniging. Ook hij is dus een Jood die schrijft over Joden en voor Joden en ieder die het maar lezen wil.

 

Er bestaan gunstige recensies van dit boek door de bekendste kranten en tijdschriften zoals: The London Sunday Times, The Los Angelos Times. The Wall Street Journal. The New York Times, The Houston Post, The Denver Post, The Chicago Tribune, The Washington Post, Time and Newsweek, om slechts enkele van de waarderende recensies te noemen van leidinggevende bladen, om maar niet te spreken over de meer conservatieve kranten en patriottische bladen. De voornaamste boekhandels vertelden schrijver dezes, dat ze grote moeite hadden het boek in voorraad te houden. Koestler vertelt hetzelfde verhaal als anderen over de Khazaren en hun bekering tot het Judaïsme als hun geloof in AD.740.

 

Een van de onderwerpen behandeld door Koestler is waarom koning Bulan tot het Judaïsme overging. Gevangen tussen het Christendom van Byzantijnen en de Islam van de Arabieren omarmde de Khazaarse koning, zijn hof en de regerende militaire klasse het joodse geloof als een soort derde macht. Hij redeneerde, dat als hij het Christendom zou omhelzen, de Moslims beledigd zouden zijn, terwijl als hij de Islam zou aanhangen, de Christenen beledigd zouden zijn. En daarom zo redeneerde hij, daar beide godsdiensten Mozes voor een groot profeet gehouden werd, zou het raadzaam voor hem zijn om Jood te worden door geloof (niet als ras). En onder dwang werd spoedig het hele koninkrijk Joods door bekering.

 

Het was als een natie van Joden, dat de Khazaren van het toneel verdwenen. In het begin ging het langzaam. Door de druk van Rusland in het noorden en van Byzantium in het zuiden begon de achteruitgang. De echte val kwam toen Djenghis Khan en zijn mongoolse horden de hele bevolking op de vlucht joegen in de 13e eeuw. Deze Joden (slechts Jood door religie), vluchtten naar Hongarije, Polen, Litauen en Estland. Feitelijk vluchtten zij naar heel Oost-Europa, een volk met als enige eenheid hun geloof.

 

Sephardim en Ashkenazim

 

Een ander punt, dat Koestler duidelijk uiteenzet, is het type Joden, dat in het wereld-Jodendom overheerst. Ten eerste zijn er de Sephardim-Joden, die 1000 jaren in Spanje hebben gewoond, voordat ze vandaar verbannen werden. Zij vormen de minderheid en bestaan heden ten dage uit ongeveer 500.000 personen. Deze zijn hoogwaarschijnlijk echte Judahieten. De andere grote tak, aldus Koestler, zijn de Ashkenazim-Joden (Ashkenaz was de kleinzoon van Japhet), bestaande uit 11.000.000 personen, die allen uit Oost Europa afkomstig zijn. We weten natuurlijk ook, dat behalve deze twee typen, indertijd vòòr de geboorte van Jezus Christus, de joodse natie in Palestina het koninkrijk van Ezau-Edom had overwonnen en dat de Edomieten in het Jodendom werden opgenomen. Voeg daarbij de Zwarte Joden uit Ethiopië, plus nog de Orientaalse Joden en het plaatje wordt nogal duister.

 

Zoals Koestler zegt in het hoofdstuk over Ras en Mythe: "Uit het onderzoek van physische antropologie (leer van de mens) blijkt, dat in tegenstelling tot de algemene opvatting er geen joods ras bestaat." Dus blijft er niet veel over van de mythe van de raszuiverheid van het joodse volk, zoals vele evangelisten dat steeds hebben geloofd. Ze zijn gemengd en van grote verscheidenheid. Dat Koestler gelijk heeft wat betreft het percentage van Ashkenazim-Joden in het wereld-Jodendom, wordt algemeen door andere geleerden aangenomen. In zijn ?Racial Elements of European History? op blz. 75, schat Gunter, dat de Ashkenazim negen-tiende van de joodse wereldgemeenschap vormen, die toen hij dat schreef, uit 16.000.000. personen bestond.

 

Uiterlijke kenmerken

 

Professor Lothrop Stoddard, de wereldbekende autoriteit op het gebied van etnologie (volkenkunde) publiceerde in het maartnummer 1926 van het tijdschrift ?The Forum? een artikel, waarin hij verklaarde: "Er bestaan twee geheel tegengestelde typen van de zogenaamde Joden: 1) De Ashkenazim, afkomstig uit Oost-Europa, zijn kort van stuk, rondschedelig, met de typische joodse neus; 2) de Sephardim, afkomstig uit Afro-Azië (het Middellandse Zee gebied), met een slank figuur, langschedelig, met fijn getekende neus, een harmonisch type." Hij voegt eraan toe: "...de semitische Joden zijn langschedelig". Het is zijn wetenschappelijke stelling, dat de Ashkenazim noch Joden, noch Semieten zijn. En, gebruik makend van schattingen van de Joden zelf, zegt hij, dat 82% van de Zionisten Ashkenazim zijn en dat hun aanspraak op Palestina niet op raciale- of historische gronden berust. Hij is er verder van overtuigd, dat negen-tiende van de Joden in de wereld Ashkenazim-bloed heeft en dat zij in diezelfde verhouding heden ten dage in Amerika te vinden zijn.

 

Bij toeval had schrijver dezes een leerzame ervaring met betrekking tot het artikel in ?The Forum?, waaruit we zojuist hebben citeert. Een jaar of 30 geleden, toen ik in Chicago woonde, wilde ik dat artikel in 'The Forum' controleren. Dus ging ik stadwaarts naar de Openbare Bibliotheek op de Michigan Avenue. Uit de dossiers van de bibliotheek bestelde ik het artikel uit ?The Forum? van maart 1926.

 

Volgens de index moest het artikel zeker aanwezig zijn; maar wonderlijk genoeg, toen ik de opgegeven bladzijde wilde opzoeken, bleek er een groot gedeelte te ontbreken. Het was er gewoon uitgesneden: Alvorens de tijdschriften voor opslag in te binden, was dit artikel er in zijn geheel uitgelicht, alsof het er nooit had ingestaan. U mag raden, wie dat artikel wensten te vernietigen. Het was niet, omdat Dr.Stoddard niet wetenschappelijk genoeg te werk was gegaan, want hij was afgestudeerd aan de Harvard universiteit en gepromoveerd. Zijn vele boeken over rassen, bestempelden hem allang als een autoriteit en werden geïntroduceerd door de grootste etnologen van zijn dagen.

 

Gelukkig was dit artikel al beschikbaar gesteld aan geleerden en studenten. Eén ding is zeker, de vernietiging van een ongewenst bewijsstuk kan misschien een tijdelijke overwinning opleveren, maar de waarheid zal vroeg of laat toch aan het licht komen. Eén van de meer recente bevestigingen van wat Koestler schreef, werd gevonden in ?Race?, geschreven door John R.Baker en uitgegeven in 1974 door de Oxford University Press, in New York en Londen. Baker zegt op blz. 238: "...Het Ashkenazim geslacht....vormt de grote meerderheid, misschien voor 90% van het volk op de wereld, waarop de naam "Joden" wordt toegepast. En hij doet voorts een beroep op Ripley en Jacobs om zijn bewering te steunen.

 

Joden die niet bestaan!

 

Wij getroosten ons enige inspanning om het feit aan te tonen, dat het Jodendom voor het grootste deel bestaat uit een gemengde menigte. De 'San Diego Union' van 29 augustus 1966 publiceerde een artikel getiteld: "De Joden, die niet bestaan", door Leo Heiman.

 

Het artikel vertelt over een Russische Jood Nathan M.Pollock genaamd en het verschil van inzicht dat hij heeft met de Israëische regering. Omdat hij vertaler is van wetenschappelijke teksten en corrector voor een uitgeversfirma kan men hem redelijkerwijs als wetenschapper bestempelen. Ook heeft hij het grootste deel van zijn volwassen leven eraan gewijd om aan zijn joodse volk op het westelijk halfrond te vertellen, dat zes van de tien Israëli's en negen van de tien Joden geen echte Joden zijn, maar afstammelingen van de woeste Khazarenstammen, die eeuwen geleden in de steppen van Zuid-Rusland hebben rondgezworven. Israëlische regeringsfunctionarissen gaven toe, dat Pollock gelijk heeft wat de Khazaren betreft, maar trachtten de betekenis van hun dominatie te dien dage geringer voor te stellen.

 

Vanuit joods standpunt gezien zou geen artikel over dit belangrijke onderwerp compleet zijn, zonder de naam Abraham N. Poliak. Hij werd in 1910 in Kiev geboren en verhuisde in 1923 met zijn familie naar Palestina. Terwijl hij de leerstoel van Middeleeuwse Joodse Geschiedenis aan de Universiteit van tel Aviv bekleedde, schreef hij veel wetenschappelijke artikelen.

 

Twee studies heeft hij aan de geschiedenis van de Khazaren gewijd. In 1941 schreef hij een verhandeling over de bekering der Khazaren tot het Judaïsme voor het hebreeuwse tijdschrift ?Zion?

 

Deze studie veroorzaakte veel controverse, omdat hij enkele periode in de Khazaren-geschiedenis die velen in twijfel trokken verdedigde. In 1944 verscheen zijn boek 'Khazaria' op de markt. Het werd in Tel Aviv ook in het Hebreeuws uitgegeven, dus het is niet toegankelijk voor alle studenten. Hij bezorgde zichzelf veel vijandschap, omdat zoals zijn critici zeiden: "...hij de heilige traditie over de afstamming van het moderne Jodendom van de Bijbelse stam Juda ondermijnde! Om deze reden werd zijn naam niet uitgebreid beschreven in de Encyclopedia Judaica. Evenwel wordt in de voetnoten bij hun artikel ?Khazars? in deze encyclopedie verwezen naar zijn geschriften.

 

Zonder twijfel zal zijn geschiedschrijving op dit terrein van de joodse geschiedenis zegenvieren.

 

Professor D. M. Dunlap

 

Vermoedelijk de belangrijkste niet-joodse schrijver over de Khazaren is professor D.M.Dunlap. Hij is en was bevoegd om zowel academisch als taalwetenschappelijk zijn grote onderzoek over de Khazaren te doen. Koestler vertelt in zijn boek, hoe Dunlap bij zijn onderzoek over dit onderwerp te werk is gegaan. En de Encyclopedie Judaïca prijst Dr.Dunlap uitermate als één van 's werelds grootste autoriteiten op het gebied der Khazaren. In zijn studies is een ware overvloed van materiaal te vinden, die door Dr.Dunlap uit oorspronkelijke bronnen uit het Midden-Oosten is verzameld en die voor het eerst aan het Amerikaanse volk is onthuld.

Het is jammer dat Christenen, - en vooral zij die worden verondersteld autoriteiten te zijn op het gebied van de profetie - nog nooit dit materiaal benut hebben, want het zou stellig hun interpretatie ervan veranderen

 

Verzet van Zionisten

 

Nu de waarheid omtrent de Khazaren te voorschijn komt is het te verwachten dat er van de kant van zionistische Joden verzet zal komen. Er zijn twee soorten Joden en zij reageren verschillend op deze zaak. Ten eerste zijn er de eerlijke wetenschappelijk onderlegde geschiedkundigen, die de feiten van deze zaak beamen en de gevolgen ervan aanvaarden. Ten tweede hebben we de Zionisten, die geen oppositie dulden in hun poging, het Midden-Oosten, zowel als de rest van de wereld in hun macht te krijgen.

 

In het begin, toen de geschiedenis van de Khazaren bekend werd, werd dat door humoristisch ingestelde Joden als een grap opgevat door het idee dat wij over dit rijk niets zouden weten. Maar toen ten volle duidelijk werd welke schok schrijvers als Koestler en Freedman en Poliak hadden teweeg gebracht, resulteerde dat in een kenmerkende publikatie, zoals werd gevonden in de "Jewish Press" van 3 september 1976. Daarin worden zulke schrijvers op de gebruikelijke wijze van anti-semitisme beschuldigd. Maar het is nu te laat, want de waarheid is aan het licht gekomen en wij zijn net zo goed in staat om dit materiaal te gebruiken als zij.

 

Er zou nog veel meer over het koninkrijk der Khazaren te zeggen zijn, maar als men niet onder de indruk is gekomen van hetgeen wij hierover al hebben bekend gemaakt, dan zal nog meer informatie dat evenmim doen. Met deze gegevens nu voor ons, moeten zekere onontkoombare conclusies worden getrokken. Laten wij er een paar noemen.

 

Conclusies

 

1. Dit bewijs zal zeker de joodse ras-theorie ontzenuwen, want als zij een mengeling zijn van Ezau-Edom-Hethieten, Khazaren-Ashkenazim, Serphardim, plus Ethiopische Zwarten en Orïëntaalse Joden, toegegevn dat er ook een klein aantal echte Judahieten onder hen zijn, wie durft hen dan nog een ras te noemen, laat staan het zuiverste ras op aarde, zoals vele Christenen hebben gedaan. Het enige wat men van hen kan zeggen is, dat zij een religieuze gemeenschap zijn, en dat zij in evenveel verschillende denominaties verdeeld zijn als de Protetanten.

 

2. De aanspraak dat zij de enigste vertegenwoordigers zijn van het volk Israël op aarde is de grootste misleiding aller tijden. Zij zijn geen echte vertegenwoordigers van Juda en nog minder van de andere stammen van Israël. Gezien de vele vermengingen, waar nog de proselieten van heidense volken bijkomen, is de aanspraak zaad van Abraham te zijn te absurd. Evenals professor A.M. Poliak van de Universiteit van tel Aviv verklaarde, dat:"de grote meerderheid van het wereld-Jodendom afstamt van de Khazaarse Joden,

 

Koestler schrijft:

 

"Als dit zo is, betekent dit, dat hun voorouders niet van de Jordaan kwamen, maar van de Wolga - niet uit Kanaän, maar uit de Kaukasus en dat zij genetisch meerverwant zijn aan de Hunnen, de Uigur en de Magyaren-stammen, dan aan het zaad van Abraham, Izaäk en Jacob. Mocht dit blijken zo te zijn, dan zou de term anti-semitisme een holle uitdrukking worden zonder enige betekenis, gebaseerd opeen misvatting. De geschiedenis van het Khazarenrijk, zoals deze langzamerhand uit het verleden oprijst, begint te lijken op de ergste vergissing die de geschiedenis ooit is begaan."

 

3. Hun aanspraak op Palestina, of het land van het Midden-Oosten, door een verbondsbelofte geschonken aan de nazaten van Abraham, is een valse aanspraak die zeker als de tijd rijp is aan de kaak gesteld zal worden. En als, zoals wij veronderstellen, Ezau-Edom wordt gevonden in het wereld-Jodendom - de Joodse Encyclopedie (uitgave 1925) artrikel 'Edom', stelt nadat de Joden Edom overwonnen hadden: "Vanaf deze tijd hielden de Idumeeërs op een apart volk te zijn" - dan kunnen we in de nabije toekomst de vervulling van Obadja de verzen 17-18, die als volgt luiden: "Maar op de berg Sion zal er ontkoming zijn, en die zal een heiligdom wezen; en het huis van Jacob zal zijn bezittingen weer in bezit nemen. Het huis van Jacob zal het vuur zijn, het huis van Jozef de vlam en het huis van Ezau de stoppels; zij zullen het in brand steken en verteren, en van het huis van Ezau zal niemand ontkomen, want de Here heeft het gesproken."

 

Als de huidige bezetters van Palestina geen echte Israëlieten zijn en nog minder Judahieten, kunnen we een schoonmaak en een verschrikkelijk oordeel verwachten dat over hen zal komen, of anders heeft het bovenstaande schriftgedeelte geen betekenis. Als we eenmaal ontdekt hebben, wie de Israëlieten nièt zijn, is het heel gemakkelijk het ware Israël op te sporen, vooropgesteld dat wij oprecht zijn en zozeer de waarheid wensen te weten, dat we de bewijzen daarvan willen bestuderen. Dan zullen we de merktekenen van Israël vinden bij de Anglo-Saksische-Keltische en aanverwante volkeren.

 

Bron: Ekklesia