Na een woelig jaar lijkt me het afsluiten daarvan in een sfeer van vrede, liefde en bezinning geen slecht idee. Het lezen of misschien wel het herlezen van deze kerstboodschap kan daar mogelijk een bijdrage aan leveren.
Op zoek naar het geluk klopte een pelgrim aan deur van het paleis waar God woont. Het was al opmerkelijk dat hij het tot daar had gebracht, want van praktisch alle mensen die hij tot nu toe had ontmoet en die alles over dat paleis leken te weten, was haast niemand er nog geweest. "Misschien ook omdat ze er niet echt naar gezocht hadden", dacht hij toen hij de deur van het paleis ontwaarde na een zoektocht die zijn hele leven had geduurd.
Het geluk, zo werd hem onderweg steeds voorgehouden, is enkel voor degenen die naar God luisteren en naar zijn wil leven. “Zo niet volgen er pijnlijke straffen” zeiden zij, die echt meenden dat ze het wisten. En ze voegden daar vaak nog aan toe dat God rechtvaardig is en als hij strafte, hij dat uit pure liefde deed.
Onze pelgrim moest hierbij steeds zijn wenkbrauwen fronsen en soms zelfs even slikken, want volgens zijn gevoel klopte hier iets niet. Of wel, voelde hij, is God Liefde en straft niet of God straft en kan geen Liefde zijn.
Hoe dan ook, om er achter te komen wat Gods wil is las hij vele Heilige Boeken uit vele streken en raakte steeds meer van streek. Die boeken hadden soms heel tegenstrijdige opvattingen, moest hij vaststellen. En toch werd elk boek door de trouwe lezers als het enige ware geschrift en als de absolute waarheid verklaard. Dit omdat God het zelf had geschreven, zeiden ze dan triomfantelijk alsof ze zich daarmee ook zelf wilden overtuigen.
Bij het horen hiervan moest hij zijn wenkbrauwen nog meer fronsen, want God kon toch onmogelijk elke dag er een andere opvatting op nahouden? Dus die boeken brachten hem ook niet verder, ook al stond er naar zijn gevoel in alle werken hier en daar wel wat heel waars.
Op zekere dag ontmoette hij een vreemdeling. Het gebeurde een dag voor de kerst tijdens een lange wandeling door de sneeuw. Hij was de weg kwijt en het werd al avond. Bij een splitsing van het pad wist hij even niet in welke richting hij verder moest, toen hij van rechts iemand zag naderen. Het bleek een man te zijn met een korte baard die een lange mantel onder een brede hoed droeg.
De ander had hem zeker al zien staan, want hij stopte, groette hem en vroeg of hij misschien van dienst kon zijn. “Ik zou er veel voor geven”, zei de pelgrim, “maar ik vrees dat dit heel moeilijk wordt, want ik ben op weg naar het paleis van God en weet niet of ik hier links of rechts moet afslaan.”
De vreemdeling glimlachte en zei: “Zoek niet verder, beste vriend, want je bent er al. Ja, hier midden in het bos. Ook hier in het woud, want je draagt het in je eigen wezen steeds met je mee. Het paleis van God zit diep in je eigen hart verborgen en je hebt niets en niemand nodig om aan Zijn deur te kloppen. En die gaat altijd open voor ieder die er in slaagt om tot aan de drempel te geraken.”
Het was even stil omdat de pelgrim die woorden tot zich moest laten doordringen en verwerken. “Hoe kom ik dan tot aan de deur van dat paleis”, vroeg hij tenslotte. De vreemdeling antwoordde: “Dat is heel simpel. Sluit je ogen, concentreer op je ademhaling en je wordt heel stil van binnen. Je voelt dat je steeds dieper in jezelf verzinkt totdat het langzaam licht wordt. Licht in je innerlijke ruimte, licht in je hart. Je voelt dan dat paleis diep in je hart. Vervolgens klop je in gedachten op de deur om ze te openen. Ja, jij opent zelf die deur door te kloppen. God wacht geduldig tot elk mens aan zijn deur heeft geklopt.”
Weer had de pelgrim even nodig om dat echt te vatten. “En moet ik dan op mijn knieën voor hem bidden?”, vroeg hij. Want in dat paleis wordt voor het geluk eeuwig gebeden, zo hadden ze hem steeds verteld. “Bidden ja,” was het antwoord, “maar niet noodzakelijkerwijze op je knieën, ook al kan dat af en toe geen kwaad. En vergeet dat eeuwige maar, want er komen ook nog heel wat andere zaken aan de orde. Regelmatig bidden is ruim voldoende.”
“En hoe moet ik dan bidden” was de volgende vraag. De vreemdeling zei dat ieder dat zelf vanuit zijn diepste gevoel moest doen en hij hem daarmee concreet niet kon verder helpen.
“Ik kan je wel vertellen hoe ik dat doe. Ik ontmoet God door steeds weer alles wat me beweegt met hem te delen. Stel je het zo voor: ik benader God niet om wat dan ook te vragen. Ik ga in gedachten naar hem toe en dank hem voor alles wat er is gebeurd. Ik dank hem voor elke situatie waarin ik verzeild ben geraakt. Door dat danken ervaar ik diepe zekerheid. Dat is de zekerheid dat ik constant in Gods hand aanwezig ben en voortdurend geleid wordt en niets me kwaad kan doen en ik enkel dat ervaar waar ik uit moet leren. Dat inzicht heeft mij onverwoestbare zekerheid en zelfvertrouwen gegeven.
En die hand van God heb ik al lichamelijk gevoeld en wel uren lang. Het was na een diepe meditatie en het voelde werkelijk alsof ik in een grote hand zat. Zeker een geschenk van de schepper om nog eens te onderstrepen dat alle mensen zich steeds in zijn hand bevinden. Uiteindelijk heb ik begrepen dat we deel zijn van Gods hand en er nooit kunnen uitvallen ook al lijkt dat soms zo. We kunnen het ons ook zo voorstellen dat we allen een vinger aan Gods hand zijn.
Mensen die vragen, blijven eigenlijk steeds in een energieveld van gebrek steken. Ik dank voor alles wat is en voor dat wat ik heb en voor dat wat ik nog niet heb. Daardoor krijg ik van hem steeds aanwijzingen voor mijn volgende stap naar een nog dieper geluk. Zo bid ik en zo word ik steeds gelukkiger.”
“Ben je dan nog altijd niet genoeg gelukkig,” vroeg de pelgrim. “Ach, ik voel me heel gelukkig”, was het antwoord, “maar het kan steeds beter en dieper. Ik ben in feite geen gelukszoeker maar concentreer me maximaal op wat in elk moment gegeven is en tracht daar zo bewust en liefdevol als mogelijk mee om te gaan en dat maakt me vanzelf gelukkig.
Het probleem”, zo ging hij verder, ” is dat de meeste mensen met hun gedachten of in het verleden of in de toekomst verblijven en daarom niet bewust worden van de kracht en het potentieel van het moment. Daardoor leven deze mensen steeds in illusies, want het verleden is er niet meer en de toekomst is er nog niet. En zo verwijlen ze in het niets terwijl ze denken dat ze in de realiteit staan. Helaas gaat op die manier het ene moment na het andere verloren.
We kunnen de werkelijkheid enkel vatten als we bewust in elk moment aanwezig zijn om er het beste van te maken en daarbij steeds trouw aan onszelf te blijven. En dat doen we door enkel volgens ons gevoel en niet volgens ons verstand te leven. Daardoor heb ik in ieder geval mijn huidig geluk gevonden.
Vroeger leefde ik grotendeels om me af te vragen wat de anderen wel van mij verwachtten en voelde het als mijn plicht om daar zo goed als mogelijk aan te voldoen. Maar gaandeweg werd ik steeds ongelukkiger terwijl de anderen steeds meer van mij verwachtten. En ik zag dat door mij zelf weg te cijferen zij er zichtbaar niet beter van werden. Integendeel.”
“Dat komt mij bekend voor.” zei de pelgrim en dacht aan zijn eigen ervaringen.
“Op zekere dag had ik er echt genoeg van en besloot ermee te stoppen en enkel nog dat te doen wat ik diep in mezelf voelde te willen doen”, ging de vreemdeling verder. “ Dat was voor mij de eerst stap uit een ware gevangenis naar waarachtige vrijheid. Mijn omgeving was ontzet en maakte er een tijd lang een drama van en vonden mij iemand die zich niets meer van zijn plichten aantrok.
Maar na een tijdje begonnen ze op een meer positieve wijze te reageren door zelf ook te veranderen. Ze lieten steeds meer verwachtingen los en begonnen zo stap voor stap mijn voorbeeld te volgen en werden ook vrijer, vrolijker en gelukkiger.”
“Vertelt God me dan wat geluk is?”, vroeg de pelgrim. “De weg naar geluk gaat altijd via waarheid en Liefde”, zei de vreemdeling.
Het begon weer te sneeuwen maar beide mannen schenen het niet te bemerken.
“Laten we het eerst eens over waarheid hebben”, vervolgde de vreemdeling zijn betoog. “God vertelt altijd de waarheid, hij kan niet anders, want hij is waarheid. En de waarheid, die hij je vertelt is dat je waarheid enkel in jezelf kunt vinden. Jouw waarheid wordt steeds in elke situatie door je diepste gevoel aangegeven.
Ook heeft waarheid meer met doen dan met kennen te maken. Zeker is het weten nodig om waarheid in je leven tot uitdrukking te kunnen brengen, om waarheid te kunnen leven. Het gaat dus om steeds waarheid te doen, waarheid te zijn. En dan kom je vanzelf in onvoorwaardelijke Liefde terecht, want dat brengt 'de waarheid leven' vanzelf met zich mee. En in onvoorwaardelijke Liefde ligt het geluk besloten. Om Liefde, echte, onvoorwaardelijke Liefde gaat het in feite en daar ligt alles in besloten, ook bewustheid, vrijheid, waarheid en geluk. Je hoeft hier niet links of rechts af te slaan. Ga terug waar je vandaan komt, maar ga bewust terug.
"Ja," zei de pelgrim. " ik ga terug met nieuwe inzichten. Dank je duizend maal, vreemdeling. Ik dank ook God alvast dat ik jou ontmoet heb. Wat een toeval!"
"Toevallen bestaan niet" zei de vreemdeling en nam het linker pad om zijn weg te vervolgen.
De pelgrim nam inderdaad de weg terug van waar hij gekomen was. In gedachten verzonken merkte hij nauwelijks dat de natte sneeuw langzaam in regen overging. Hij kreeg het koud en merkte dat zijn jas doorweekte. Wat verder zag hij een boerderij iets van de weg af staan. Er branden volop lichten door de ramen en er stond een schuur naast het woonhuis met een ruim afdak. Hij besloot om daar te gaan schuilen. Met zijn rug tegen de poort kon de regen hem niet meer bereiken. Na een kwartier of zo ging de deur van het woonhuis open en iemand kwam naar buiten en plaatste een kist tegen de gevel. Met lege flessen, dacht de pelgrim, want het rinkelde zoals glas kan rinkelen. Dan bemerkte de man onze pelgrim en liep naar hem toe.
“Schuilen voor de regen zeker”, zei de boer, kom toch binnen, daar is het warm en je kunt er jouw natte jas bij de kachel drogen. De pelgrim bedacht zich niet lang, bedankte de boer voor zijn uitnodiging en volgde hem naar binnen waar een twaalftal personen rond een lange tafel zaten te eten. De boer vertelde de aanwezigen dat hij de gast bij de schuur had gevonden en hem had uitgenodigd zich binnen te warmen en te drogen. Hij vroeg de pelgrim om zijn jas en hing die dan ook naast de roodgloeiende kachel. Dan noemde hij beurtelings de namen van alle aanwezigen en vroeg ook wat zijn naam was. Vervolgens haalde hij een stoel bij, plaatste een bord op tafel, vulde dat met aardappelen, groenten en een stuk vlees en zei: “Welkom vreemdeling, eet en drink met ons”, terwijl hij ook nog een glas bier voor hem inschonk.
Nu was de pelgrim overtuigd vegetariër en hij dronk ook geen alcohol. Maar plots herinnerde hij zich dat hij ergens gelezen had dat toen Jezus na veertig dagen vasten uit de woestijn kwam, dat hij in feite geen voedsel meer nodig had, maar toch nu en dan nog at als hij daartoe liefdevol werd uitgenodigd en dan steeds ook van alles at wat er op tafel stond. “Wie ben ik”, zo dacht hij, “om deze goede mensen hun voedsel te weigeren. Dat kan ik hun en mezelf niet aandoen.” Zo at hij vlees en dronk bier en genoot ervan. Na het eten kreeg hij nog een borrel waaraan hij ook nog langzaam nipte terwijl hij de druppels alcohol intens op zijn tong voelde branden.
“Nu vertel ons waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat”, vroeg de boer. "Eerst en vooral zou ik allen willen bedanken voor jullie onthaal, voor het eten en drinken. Jullie gastvrijheid heeft me echt diep geraakt. Wat deze vraag betreft, Ik weet niet of jullie me kunnen volgen", zij hij, "maar ik ben al zolang op zoek naar het paleis waar God woont en eerst vandaag kreeg ik concrete aanwijzingen waar ik het kan vinden."
“Dat God in een paleis woont, daar heb ik nog nooit van gehoord”, zei de boer. “Voor mij woont hij in de aarde, want hij maakt die vruchtbaar. Hij woont ook in het koren en in alle andere gewassen want hij doet die groeien”. “Hij woont ook in de koeien en in de varkens die ons melk en vlees leveren, zodat we genoeg te eten hebben,” voegde de vrouw van de boer er nog aan toe, die voor het melken zorgde.
Een van de andere aanwezigen, een vrouw zei: “Voor mij woont hij in mijn man, want hij is zo ontzettend lief voor mij en voor onze kinderen dat ik er soms tranen van in mijn ogen krijg. Maar van een paleis heb ik ook nog nooit gehoord.” Haar man, die naast haar zat nam het woord, keek zijn vrouw aan en zei: “Ik doe echt niets bijzonders, ik doe alleen waar ik echt zin in heb”. En hij omhelsde haar.
Onze pelgrim voelde zich geroepen om te reageren en zei: “ik kan jullie volgen, dat geeft mij weer een andere kijk op deze zaken. Ik dank jullie voor deze uitleg” en dacht: “Deze mensen hebben zonder het te weten het paleis al gevonden. Meer hebben zij echt niet nodig, want zij lijken allen liefdevolle mensen, gelukkig, vrolijk en genieten met volle teugen van het leven. Daar kan ik een voorbeeld aan nemen”. Zelf leefde hij eerder teruggetrokken en gunde zich weinig pleziertjes daar hij meestal bezig was om anderen op alle mogelijke manieren te helpen. Hij stond op en zei dat hij wilde verder gaan. Hij gaf ieder een hand en als laatste de boer die hij nogmaals bedankte. Bij de deur zei deze nog: “Een eindje verder is er aan de linkerkant een weg die naar een huis voert van een man die veel over God weet. Misschien kan die je verder helpen.”
De pelgrim dacht, waarom niet? Het oude huis was makkelijk te vinden, hij klopte aan en er werd vrij snel geopend door een jonge man, die hem zonder iets te zeggen aankeek. “Bent u die man die veel over God weet”, vroeg de pelgrim. Met een grote grijns antwoorden die: “ Dat klopt, want God ben ik zelf, maar kom binnen, dan kunnen we er verder over praten. Niet allen ben ik God, maar jij bent ook God, iedereen is God, maar iedereen heeft het vergeten en het wordt tijd dat iedereen begint om zich dat te herinneren.
En het woord zelf geeft al sinds zijn ontstaan de nodige aanwijzingen: her-inneren is zich terug naar binnen keren. Door je te her-inneren”, hernam de jonge man, “kom je uiteindelijk in een grote ruimte, de ruimte van je ziel. Het is een buitengewoon prachtige ruimte die ieder naar eigen smaak kan inrichten.
Maar de ruimten van de ziel van alle mensen hebben iets gemeen: In het midden bevindt zich een groot Licht. Het is het Licht van je ziel waar je kunt instappen om je energiesysteem op te laden. En als je dan na een tijdje met het Licht samensmelt en het Licht wordt, dan heb je aan de deur van het paleis van God geklopt waardoor die deur dan open is voor al wat je met je schepper hebt te bespreken.
In een flits voelde de pelgrim, dat hij hier tot de kern van zijn probleem was doorgedrongen en zag de oplossing levendig voor ogen. “Een vraag heb ik nog, want een ding is nog niet duidelijk, hoe kan ik mij her-inneren, hoe kom ik in die innerlijke ruimte? Wat is daar voor nodig?”
Het antwoord kwam meteen: “Sluit je ogen, concentreer op je ademhaling en je wordt heel stil van binnen. Je voelt dat je steeds dieper in jezelf verzinkt totdat het langzaam licht wordt. Licht in je innerlijke ruimte, licht in je hart. Je voelt dan dat paleis heel, heel diep in je hart.
“Ja, dat is al de tweede keer dat ik dat hoor,” dacht hij. “Dus moet het wel kloppen als ook de man het zegt die God is.”
Hij omhelsde de man die God is en vertrok. Bij de deur zei hij nog: “Als het niet had geregend”, dan was ik hier nooit gekomen, wat een toeval!.
“Toevallen bestaan niet, antwoordde de jonge man terwijl hij de deur sloot”.
Het stopte met regenen en na een tijdje bereikte hij de rand van de stad waar hij woonde. In het centrum, vlak bij de kerk zat een oude bedelaar. Hij zocht in zijn jaszak naar wat kleingeld, maar die waren leeg. Hij had enkel nog wat grote biljetten en vroeg zich af of hij vanwege de kerst er een in de muts van de man zou leggen. Dan kreeg hij een ingeving en zei: “Morgen is het kerstmis, ik nodig je uit voor een kerstmaal in een restaurant van een vriend.” Die vriend zou de man in zijn haveloze kleren in zijn gezelschap wel niet de deur wijzen.
De bedelaar accepteerde het aanbod en samen gingen ze verder. Er waren nog niet veel mensen in het restaurant, maar de aanwezigen keken wel even vreemd op, toen de bedelaar passeerde. En toch groette ieder hem beleefd. Ze namen plaats aan een tafeltje voor twee in een hoek. De pelgrim vroeg wat de ander wilde eten. Een kleinigheidje, zei deze. Ik heb eigenlijk geen honger, want ik heb al gegeten. En overigens ben ik niet echt bedelaar, maar zit daar van tijd tot tijd, telkens met een andere opdracht.
“Vannacht had ik een droom”, zo ging hij verder, “waarin een engel me vroeg om vandaag juist op die plaats te gaan bedelen.” Er zou iemand komen die me geen geld maar iets anders zou willen geven. En ik werd gevraagd dat te accepteren omdat ik met die man over de energie van Kerstmis moest praten.
Zoals ik het zie,”vervolgde de haveloze zijn verhaal, “meestal wordt de kerst met vrede verbonden. Maar vrede is enkel mogelijk als er waarlijk Liefde in het spel is. Vrede op aarde begint met vrede in je eigen hart. Vrede in je hart heb je als je alles accepteert wat er op je pad verschijnt. Je kunt alles aanvaarden wat je tegenkomt als je geen verwachtingen meer hebt en nergens meer aan gehecht bent in de zin dat er niets meer overschiet dat je onmogelijk zoudt willen missen. Heb je dat allemaal in jezelf gerealiseerd, dan heb je onvoorwaardelijk lief, omdat je ieder in zijn of haar Goddelijkheid ziet en erkent. Dan leef je onvoorwaardelijke Liefde, leef je enkel in het Hier en Nu en in de werkelijkheid, want je bent dan bewust van wie je bent: God. Ook God. Ik moest je verder nog deze boodschap meegeven: “Word onvoorwaardelijke Liefde.”
“En hoe doe ik dat?”, vroeg de pelgrim.
“Ja, hoe doe je dat,” zei de ander. “Sluit je ogen, concentreer op je ademhaling en word heel stil van binnen. Je voelt dat je steeds dieper in je hart verzinkt totdat het langzaam licht wordt. Licht in je innerlijke ruimte, licht in je hart. Je voelt en ziet dan het paleis van God in het Licht van je eigen ziel. Stap in dat Licht. Je bent dan in dat paleis waar rust en vrede maar bovenal de energie van onvoorwaardelijke Liefde heerst. Hier ben je waarlijk gelukkig. Baad elke dag in dat Licht, adem het in en vul er je hele wezen mee, want je vindt daar ook de antwoorden op al je vragen. Heb onvoorwaardelijk lief, wees onvoorwaardelijke Liefde en niet alleen met de kerst, maar elke dag en dan is je zoektocht definitief ten einde.
Fijne Feestdagen,
Elias
http://www.elias-medium.info/NL/
Celverjonging - Het geheim van het eeuwige leven onthuld:
http://www.elias-medium.info/NL/elias/20-algemeen/seminars/50-herfstseminar-celwerk-update
dit ter zijde.
Natuurlijk wat je zegt is goed en mooi, en aanbevelens - waardig !
Maar soms moet je jezelf over rulen, en je intuïtie ten spijt, een ander en réalistischer standpunt innemen, om als individu te overleven.
Echt je moet soms een keuze maken, tussen kwaad, minder kwaad, of mooi goed en vooral menselijk !
Groet Jenne
Aangespoord word ik door luchtkracht, door mijn zinnen opgeroepen
om tot zingen te komen, om met spreken aan te vangen, om het lied van het volk te zingen,
om der vaderen zang te zeggen:
Sappig in de mond het woord wordt, tonen klinken uit mijn ziele,
willen van van mijn tong nu snellen, willen uit mijn tanden breken.
Trouwe vriend, mijn beste broeder, met mij samen opgegroeid eens,
kom nu met mij zingen, laat vereend samen spreken nu wij hier elkander vonden,
saamgestroomd uit verre streken, zelden komen wij tezamen, zelden vinden wij elkander
in de uitgestrekte landen van het armoedige kale noorden.
Laat ons hand in hand nu leggen, vingers zich tezamen strengelen
om een monter lied te zingen, het allerschoonste voor te dragen voor de ons zo dierbare scharen,
voor ons zo geliefde lieden,voor de jeugd die luisterend opgroeit, voor het jonge volk der toekomst,
deze woorden ons geschonken, deze liederen, voortgekomen uit de gordel van Vainamoinens,
uit de smidse van Ilmarinens, door het zwaard van Kaukomieli, door de boog van Joukahainen,
door de streken van het noorden, door het land van Kalevala.
Deze woorden zong mijn vader toen zijn hand de bijlschacht vormde, deze woorden leerde mijn moeder mij, terwijl haar spinnewiel snorde en als kind al bij haar knieën op de vloer voortkroop,
als een onbeduidend wichtje, toverwoorden misten nimmer over Sampo, over Louhi:
Oud werd Sampo door de woorden, Louhi stierf door toverspreuken, in de liederen stierf Vipunen,
Lemminkainen bij het spelen.
Er zijn nog veel andere woorden, toverspreuken die ik leerde, langs de wegzoom samengebundeld;
Ik plukte ze op de heidevelden, brak ze af van wilde struiken, las ze op tere twijgen, perste ze uit groene grassen, raapte ze langs smalle paden, waar ik ging als herdersjongen, waar ik als kind door de weide - vol van hongerige geuren - over glanzende heuvels volgde zwarte koe Muurikki, bonte Kimmo aan haar zijde.
Liederen schonk de koude vorst mij, zongen mij de regenbuien; winden en ook watergolven brachten andere liederen tot mij.
Woorden schonken mij vogels, bomenkronen schiepen spreuken.
Ik voegde ze samen tot een kluwen, bond de woorden tot een bundel, wierp de kluwen op mijn wagen, laadde de bundels op mijn slede, bracht ze naar mijn woonstee henen, op de slede naar de schuren, bracht ze op de houten zolder, in de kist met koperen sloten.
Lang, lang vergeten, wachtend in de koude, in het duister, zal ik het lied nu laten stromen, uit de koude greep ontdooien, en mijn kisten in de kamer bij de tafels hier nu brengen,
onder zware houten zoldering, onder het dak, dit wijd geroemde liederenschatten openbaren,
schrijn der zangen u ontsluiten?
Zal de kluwen ik ontwarren, losmaken de knoop de knotten?
Ik zal een gouden lied gaan zingen dat het wonderschoon zal klinken, als ik het roggebrood gegeten en het gerstenat gedronken; zou mij men geen bier meer reiken en geen drank mij ook meer bieden, zingen zal mijn schrale mond dan bij een slok van het koele water, puur uit dank voor deze avond,
lovend deze dag van vreugde, tot de vroege morgen lichten,
als de nieuwe dag is begonnen.
Uit de Kalevala
Epos der finnen,
Lies le Nobel
isbn 90 6038 212 9
een jaar van Licht en Vrede.
Wellicht nog niet op deze aarde,
maar in ons hart,
als we dat aanvaarden.
Laten we vergeten
de conflicten, ruzies en desillusies.
Mogelijk werd op ons hart getreden.
onze grenzen ver overschreden.
Maar de mensen zijn zoals ze zijn.
Waarom oordelen of kritiseren?
Laten we accepteren
zo kunnen alle wonden helen.
Dat kan ik aanbevelen.
Dankjewel. Ook voor jou een gelukkig jaar, Jenne
Heel veel wijsheid,onderonderscheidingsvermogen en gezondheid,licht en moed toegewenst.
O wat zou ik graag enige ogenblikken God willen zijn, net lang genoeg om de trekker over te kunnen halen, God' gonna cut you down.
Er bestaat geen naasten liefde meer, en wij doen er ook niet genoeg aan, shame on us !!!
http://www.globalresearch.ca/third-malaysia-plane-crash-in-2014/5421863
wrakstukken die gevonden waren blijken niet van dit vliegtuig te zijn.volgens onze msm.. history repeating?
Klopt he-le-maal.
Je hebt het of... je hebt het (nog) niet
Wie de waarheid buiten zichzelf zoekt...zal altijd de onwaarheid vinden
Wie niet zoekt blijft altijd een domme lul (sorry)
Het gaat er om wat " het" is of moet verbeelden.
De waarheid hoef je niet te zoeken, die zit in je, open de deur wijt van je intuïtie et viola ze rollen er uit.
Groet Jenne
Dankjewel voor de vraag maar
ik heb daar geen mening over.
wat is jouw mening over ''the emerald tablets of thoth ''?
fff
Zo krijgen bepaalde uitdrukkingen een diepere betekenis; Van god los zijn, het licht hebben gezien, het licht niet hebben gezien.
Ixie
hier een deurtje wat je misschien niet moet openen
Dan Flynn ''The Secrets of Aliens,Nibiru,Nephilim and Ufo's.''
deze gast maakt vet goeie documentaires.
kijk maar eens op zijn kanaal
the rabbithole goes deeeeeeeep
fff
zoals ik schreef ''the game will be played''
prepare for battle and
fff
http://www.united-lightworkers.be/index.php/nl/forum/bewustzijn/179-the-christmas-truce-1914.html
Merry Chistmas
Doe ik, dat laatste wat je zegt see a cop kill a cop, ken je de illuminatie kaarten? Dat is er verdorie een van!
niks mee te maken,ze zijn bewust geloof me.
kijk maar eens ''a rothchild's daughter speaks out''
they all know!!
nieuwe quote in amerika 'see a cop,kill a cop.
fff
Tot "volgend jaar" Vladi, wat ben ik blij dat ik het niet gekeken heb, de hapjes waren te lekker om te :
Als het mk ultra is is hij ook slachtoffer Vladi.
kijk dan NIET 'de kersttoespraak'
van (vluchtgevaarlkijk) MK-ultra willem.
na 2 min. kwam mijn maaltijd met een straalstroom (the exorcist)
naar buiten.
net op tijd in de wc gedeponeerd.
wat een gehypnotiseerde randdebiel.
wat mij betreft had ik hem graag gespietst gezien op een hoge denneboom (vlad(i) de spietser )
we gaan meteen in januari vol tegengas geven.
read you all next year.
fff
Jenne , wie weet lukt het nog, positief blijven denken!
Elias luister goed- i shall only say this once-
Dit was een mooi verhaal. Dankjewel!
en vrolijk kerstfeest voor iedereen!
Ik stel mij God meer voor met een Kalasnikov, zingende God's Gonna Cut You Down, de tijd van mooie woorden, die ik ten zeerste waardeer, ben een Charles Dickens aanhanger !, is helaas voorbij, we krijgen het niet meer terug in de fles, helaas!
RSS lijst met reacties op dit artikel