Er was eens een klein landje waar de mensen erg ongelukkig waren. De meeste mensen wisten alleen niet dat ze ongelukkig waren, omdat ze het daar veel te druk voor hadden. Ze werkten erg veel om maar rond te kunnen komen. Toch was het geld wat ze verdienden vaak niet genoeg om alle rekeningen te kunnen betalen. Daarom maakten bijna alle mensen zich zorgen om geld. Ze konden soms zelfs geen eten meer kopen en hadden al helemaal geen geld over om dingen te doen waar ze blij van werden. Daarwerden de mensen snel boos en ook kregen ze vaak zomaar ruzie.

Maar niet iedereen hoefde zich geen zorgen te maken over het op tijd betalen van de rekeningen. Sommigen verdienden namelijk juist heel erg veel geld. Maar ook deze rijke mensen maakten zich druk om geld. Ze wilden namelijk steeds meer geld hebben. En omdat de rijke mensen de baas waren moesten de arme mensen dat betalen. Zo werden de rijken steeds rijker en de armen steeds armer. En daardoor was er eigenlijk niemand echt gelukkig in dat kleine landje.

Toch ontstond er geen oproer bij de arme mensen. Daar hadden ze ook geen tijd voor. Sommigen waren bang dat het dan misschien nog erger zou worden. De meeste arme mensen wisten bovendien niet hoe oneerlijk de situatie was.

Enkele arme mensen hadden gelukkig wel de moed om in opstand te komen. Eerst probeerden ze dit aan de andere arme mensen uit te leggen, maar dat bleek niet zo eenvoudig. De anderen dachten namelijk dat het normaal was om arm te zijn. De rijken wisten wel dat er genoeg geld voor iedereen was, maar dat mochten de arme mensen niet weten. Ook wisten de arme mensen niet dat er maar heel erg weinig rijke mensen waren, vergeleken met al die arme mensen.

Toen gebeurde er iets bijzonders. Een groepje arme mensen besloot mee te gaan doen met de verkiezingen. Ze beloofden dat wanneer de meeste arme mensen op hen zouden stemmen, ze zich dan nooit meer zorgen hoefden te maken om geld. Ze legden in hun partijprogramma uit hoe alles eerlijk verdeeld kon worden.

Veel arme mensen konden het maar moeilijk geloven dat er een leven zonder geldzorgen mogelijk zou zijn. Ze wisten immers niet hoe rijk de rijken al waren geworden. Gelukkig besloten toch heel veel mensen op de verkiezingsdag wel op deze nieuwe partij van de moedige mensen te stemmen. Want vrijwel niemand vertrouwde erop dat oude partijen de ontstane problemen konden oplossen. Die oude partijen moesten immers doen wat de rijke mensen wilden, en daardoor waren de problemen juist steeds groter geworden. Die oude partijen hadden het leven voor de arme mensen daardoor dus steeds moeilijker gemaakt.

En zo veranderde het leven van vele miljoenen mensen van dat kleine landje door te stemmen op die nieuwe partij. Niet alleen de arme mensen kregen hierdoor een gelukkig leven. Ook de rijke mensen konden eindelijk gelukkig worden omdat hun hebzucht verdween. En daardoor leefden al deze mensen nog lang en gelukkig.

 

© 2 juli 2012, Pateo.nl: alle rechten voorbehouden.

Dit artikel is geschreven door Johan Oldenkamp in samenwerking met Bea.