de Webredactie en JDTV, 18 maart 2011
Hieronder publiceren wij het verslag van het showproces tegen Erwin Lensink van 15 maart 2011. De zitting was een schandalige farce, een weerzinwekkende verkrachting van het recht. Zoals de raadsvrouwe van Erwin, mr. Mariëlle van Essen afgelopen vrijdagavond 18 maart voor de camera's van het programma Uitgesproken nog eens haarfijn uitlegde, de rapportage en het oordeel van de psychiater en de psycholoog voldoen niet aan de wettelijke eisen.
Wanneer immers de verdachte, zoals in dit geval Erwin Lensink, weigert mee te werken aan een psychiatrisch en psychologisch onderzoek, is DAT wat er in het verslag moet staan. De 'getuige-deskundigen' mogen niet eens een oordeel vellen over de toerekeningsvatbaarheid. Alle regels en wetten worden in Nederland door de heersende macht echter systematisch met voeten getreden. (Ik raad iedereen sterk aan het onthutsende boek te lezen van George Reuchlin: Het geschonden gelaat van de staat, Rotterdam: Donker, 2010) Voor wie het nog niet beseft zij het hier nog eens expliciet gezegd: burgers die juridisch de degens kruisen met de staat, hetzij als beklaagde hetzij als klager, hebben in Nederland geen schijn van kans. Zij verliezen ALTIJD. En er is geen enkele manier om het gevecht te winnen. Argumenten en bewijzen tellen niet. Het enige dat telt is het (vermeende) staatsbelang.
Pro Republica wil zijn lezers graag, voor zover mogelijk de relevante, op de zaak Erwin Lensink betrekking hebbende artikelen op de eigen site aanbieden. Wij raden u aan, de berichtgeving op de staatstelevisie en staatsradio en de overige door de staat direct of indirect gecontroleerde media (ANP, Nu.nl, NRC-Handelsblad, Telegraaf, Volkskrant, Trouw, noem ze maar op) te wantrouwen. Wij zijn maar bedroevend weinig vertegenwoordigers van die media tegengekomen, niet bij de zitting van 15 maart en ook niet bij de bekendmaking van het tussenvonnis van 18 maart. In de genoemde media zult u tevergeefs zoeken naar een gedetailleerd verslag van de zitting.
Misschien dat er meer bloed te ruiken viel rond de nieuwe aanvalsoorlog die de 'internationale gemeenschap' onder leiding van de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede Uncle Tom Obama, op het punt staat tegen Libië te ontketenen.
Vandaar dat wij nu, met toestemming, het verslag overnemen van www.klokkenluideronline.nl waarvoor dank.
Door: JDTV op 18 maart, 2011
Ik kom net terug van de zitting van Erwin Lensink alias de waxinewerper, die ruim 8 uur geduurd heeft. Het begon al leuk. Iedereen die geen perskaart of politiepas kon laten zien werd de toegang tot de rechtszaal geweigerd. Hierna werden diegenen die hier niet over beschikten, afgevoerd naar de zittingszaal waar de zitting op 11-2-11 ook heeft plaatsgevonden. In deze zaal stond nu een groot scherm opgesteld, waar we de zitting live konden volgen onder begeleiding van 4 agenten, die op gezette tijden afgewisseld werden om ze scherp te houden.
Op het scherm zagen wij Erwin onder begeleiding van 2 agenten binnenkomen en plaats nemen. Nadat ook de rechter en de officier hun plekjes hadden gevonden begon de show. Erwin maakte direct bezwaar dat hij in een
gaf op de kern van zijn verhaal. Zijn actie betreft een symbolische daad zijn om aandacht te vragen voor de vele misstanden rond het koningshuis. Waarbij de meest prangende vraag is:“Zit Hare Majesteit rechtmatig op de troon?”
Hierna vertelde Erwin kort over zijn persoonlijke ervaringen.
Dit verhaal ging o.a. over de familieboerderij die in zijn ogen tijdens de crisis begin jaren 80 onterecht was afgenomen, ondanks het feit dat de boerderij altijd productie had geleverd. De boerderij is na een faillissement onteigend door de Nederlandse Middenstands Bank, een voorloper van de huidige
Erwin voegde hier aan toe, dat deze man hierdoor zijn bedrijven dreigt kwijt te raken en dat het O.M. in het belang van de grootste criminelen werkt. Hij zegt zich emotioneel betrokken te voelen bij slachtoffers van faillissementen en de correlatie met een hoog percentage van zelfdodingen.
Verder noemde Erwin het landverraad in de meidagen van 1940 en de slachtoffers die hierdoor in zijn familie zijn gevallen. Terwijl zijn grootvader nog volop strijd leverde in de frontlinie op de Grebbeberg, waarbij hij uiteindelijk het leven liet, laadden de oranjes hun goudstaven op de boot en bliezen de aftocht naar Engeland waarvoor al in 1939 asiel aangevraagd was.
Erwin verwees ook naar Friedrich Heinrich Barbarossa en zijn vrouw Beatrix von Borgund Dit echtpaar zou door Nazi-Duitsland vereerd zijn, omdat zij de heersers waren over het eerste Duitse roomse rijk. Volgens Erwin is onze koningin, die in 1938 is geboren, vernoemd naar deze keizerin. Hierbij haalde hij ook flink uit naar het verleden van Bernhard en verwees o.a. naar het spelen van het Horst Wessel lied tijdens een galaconcert ter ere van het huwelijksfeest van Juliana. Hoe dit nu precies zat mag u zelf uitmaken aan de hand van welke bron u kiest. ( bron 1 / bron 2) Ook de latere activiteiten van Prins Bernhard werden nogmaals belicht door Erwin. Zo ook de oprichting van de Bilderberggroep.
Hierna ging Erwin zelfs in op het eerdere kritische stuk over zijn advocate hier op klokkenluider en verwees dit naar het rijk der fabelen, waarna hij nogmaals benadrukte veel vertrouwen in zijn advocate te hebben. Wel onderschreef hij de eerdere stukken over Bilderberg op KLOL en het belang om deze groep aan te pakken, aangezien zij niet in het algemeen belang handelt. Later in de zitting ontspon zich nog een interessante discussie over complot-theorieen en samenzweringen. Op de vraag van de voorzitter van de rechtbank of er sprake zou zijn van samenzweringen, gaf Erwin aan dat iedereen samenzweert:
“Iedereen doet dat, met dit verschil dat mijn plannen met mijn vriendin de sinistere mannen niet raken, maar de plannen van de sinistere mannen mij wel.”
Lensink vervolgde:
“Dat je stelling niet algemeen aanvaard is, betekent nog niet dat hij onjuist is.”
Hierbij verwees hij naar Columbus die tegen de draad in beweerde dat de aarde rond is, het symbolische verhaal over de kleren van de keizer en Willem van Oranje die in opstand kwam tegen de door Alva ingestelde belastingen.
Tot slot ging Erwin nog kort in op het onderzoek naar de dood van zijn moeder, en de rol van de Nederlandse justitie in het Duitse onderzoek hiernaar. Het fijne over deze zaak kan ik u helaas niet vertellen, aangezien ik dit niet volledig heb kunnen volgen. Uit zijn schrijven aan de raad voor journalistiek, blijkt echter wel dat Erwin de dood van zijn moeder en de moeilijkheden van het onderzoek niet als reden opgeeft voor zijn actie.
Hierna was het tijd voor het getuigenverhoor. Uit het gesprek met de deskundigen, bleek o.a. dat Erwin op basis van maximaal 1,5 uur aan gesprekken beoordeelt is door een psycholoog en een psychiater. Op basis hiervan konden deze experts beoordelen dat Lensink volledig ontoerekeningsvatbaar is! Volgens de psychiater, Dhr. Jozef Jacobus Franciscus Maria de Man, zou minimaal een jaar gedwongen pillen slikken in een gesloten inrichting noodzakelijk zijn om Lensink van zijn vermeende waanideen af te helpen. Het beeindigen van de behandeling in een gesloten inrichting, zou mede afhankelijk zou zijn van de bereidheid om pillen te blijven slikken na het vertrek uit deze inrichting!
“Een vrij langdurige behandeling met medicatie is nodig. Met een paar maanden cognitieve therapie en pharmatherapie ben je er niet”
Naar mijn bescheiden mening is Erwin Lensink geen gevaar voor zichzelf of zijn omgeving. Hij zag het gooien van de waxinehouder als een noodzakelijk kwaad om aandacht van media en politiek te genereren. Dit nadat hij meerdere aangiftes gedaan heeft die niet in behandeling werden genomen. Erwin heeft heel duidelijk aangegeven dat zijn “missie” geslaagd is en er daarom geen herhaling verwacht hoeft te worden. Voor ons zat geen boze kerel maar een rustige beheerste man die duidelijk wist wat hij wou en zich goed had voorbereid. Hij gaf aan dat hij heel goed kon relativeren en het verschil tussen goed en kwaad prima kon onderscheiden, waarmee hij de diagnose van de Man overtuigend bestreed.
Rechters zijn veelal wel slimme mensen, desondanks denk ik dat ze moeite moeten hebben gehad, om het warrige verhaal van de “expert” te begrijpen.
Ik heb nog nooit een “getuige deskundige” zoveel moeite zien hebben met zijn eigen vakgebied! Verder hadden de vakexperts het voor elkaar gekregen om hun onderzoeksrapporten pas op het laatste moment (2 werkdagen voor de zitting!) beschikbaar te stellen aan de verdediging, waardoor deze niet de benodigde tijd had om een degelijk verweer in elkaar te zetten. Tijdens de eerdere pro forma zitting in januari waren de deskundigen overigens nog niet klaar met hun rapporten. Deze zitting was overigens een dag uitgesteld aangezien Erwin het niet eens was met de wijze waarop hij zich zou moeten presenteren.
Blijkbaar had dit alles advocate van Essen op scherp gezet, want er volgde een zeer pittig verhoor. Psychiater de Man gaf aan dat verdachte formeel medewerking weigerde. Op de vraag hoe lang het onderzoek geduurd had antwoordde hij eerst met 2 uur, hetgeen hij na doorvragen van de advocaat moest bijstellen naar: “meer dan een uur”. Op basis van dit gesprek en zijn 3 kantjes aan aantekeningen kon hij een oordeel vormen. Volgens deze psychiater was er:
“Geen structureel psychologisch onderzoek”.
Wel kon hij vertellen dat er sprake zou zijn van een groot recidive gevaar. Een ander bijzonder moment was toen van Essen vroeg of Dhr. de Man door het NIFP speciaal geselecteerd was voor deze taak. Nadat de Man dit bevestigde, vroeg zij hoe men tot deze match gekomen was. De man antwoordde dat hij als deskundige reeds veel rapporten had gemaakt. Op de vraag; “vaker rapporten op basis van tegenwerking?” antwoordde hij dat dit slechts eenmaal eerder voor was gekomen in een zaak waar TBS dreigde.
De Man was van mening dat dit risico ook in deze zaak aanwezig was omdat er sprake is van een eerdere BOPZ regeling m.b.t. Erwin. De Man heeft de processen verbaal en BOPZ stukken via de rechter commissaris van het NIFP verkregen. Advocate van Essen merkte op dat dit volgens haar niet in overeenstemming was met de wegwijzer NIFP, die de te volgen procedure omschrijft. Hierna ging het gesprek in op de psycholoog, die aan het onderzoek was toegevoegd i.v.m. de dreigende TBS maatregel. Volgens de Man was het psychologisch onderzoek waardeloos geweest. Het wetenschappelijk discussieren daarentegen, zou zeer waardevol zijn geweest. Op de vraag van de advocaat waar het gesprek met de psycholoog over was gegaan kon Dhr. de Man alleen antwoorden:
“was wijdlopig”
De psycholoog was volgens de Man echter pas aan het onderzoek toegevoegd nadat hij zelf al tot zijn voorlopige conclusie was gekomen. Deze was dat Erwin minimaal een jaar in een psychiatrische inrichting zou moeten worden opgenomen met daarna een verlenging d.m.v. een BOPZ regeling. De psychiater vervolgde zijn betoog over de waanideeen die Erwin zou hebben, maar werd al vrij snel onderbroken.
Nadat advocate van Essen de psychiater op een mooie manier klem had gezet met:
“Is het katholiek geloof ook een waanidee? “
Stamelde Dhr. de Man dat dit anders lag. Van Essen hakte er op in en vroeg of het aantal aanhangers van een waanidee bepalend is voor het waarheidsgehalte. Hierna vroeg zij hoe het precies zat met het ziektebeeld van Erwin. Dhr. de Man antwoordde hier op:
“Het kan waanachtig worden met wortels in de realiteit” en
“Erwin geniet van aandacht maar reageert furieus op conclusies”
Van Essen: “ Hoe weet u dat laatste?”
De Man: “….Tja….”
Na een vraag van de rechter over ziektebeelden, vervolgde de Man zijn betoog door te zeggen dat de kans op herhaling zeer hoog was maar dat exacte wetenschappelijke gegevens ontbreken. Gelet op de aard van de stoornis zou er sprake zijn van een zodanige dreiging dat er sprake zou zijn van een sissende vulkaan die wel moet uitbarsten. Dit zou tot de dynamiek van de stoornis behoren.
Als laatste stelde van Essen de vraag wat het herhalingsrisico inhield, volgens de psychiater zou er een grote kans bestaan op herhaling van acties tegen het Koninklijk Huis.
Hierna mocht Erwin enkele vragen aan de getuige stellen, op vragen zoals:
“Houdt u zich aan de gedragscode?, Wat is een denkstoornis? en wat zijn uw argumenten voor mijn denkstoornis?”
Helaas ging Dhr. de Man hier niet volledig op in, wel vertelde hij Erwin:
“De manier waarop u denkt zorgt er voor dat u dingen doet die gevaarlijk zijn en derhalve behandelt dient te worden” .
Dhr. de Man vond het overigens zeer vervelend dat hij zich door de opstelling van de microfoon niet direct tot Erwin kon richten. Tijdens zijn gesprek moest hij zich in een moeilijke bocht wringen om verstaanbaar te blijven en toch even contact te zoeken met Erwin. Naar mijn mening is dit een ongewenste situatie, wij moeten elkaar tenslotte altijd in de ogen kunnen kijken!
Nadat hij nog eens benadrukt had dat Erwin een langdurige behandeling m.b.v. medicatie zou moeten ondergaan was de eerste ronde van het getuigenverhoor van Dhr. de Man voorbij en mocht hij plaats maken voor de 2e getuige. Dhr. Franciscus Gerhard Schilder, die werkzaam is als psycholoog. Nadat Dhr. schilder de belofte afgelegd had, vroeg Advocate van Essen op welke theorieen de psycholoog zijn oordeel gebaseerd had. Dhr. Schilder verwees hierbij naar de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung en zijn onderzoek op het gebied van synchroniciteit.
Vervolgens volgde een korte discussie met Erwin over de duur van het onderzoek. Volgens de psycholoog had dit minimaal ruim een half uur geduurd, volgens Erwin waren het een krappe 5 minuten. Hierna ging hij in op het gesprekje dat hij met Erwin heeft gehad en vertelde dat Erwin heeft aangegeven zijn doel bereikt te hebben. Het publiekelijk aandacht vragen voor de vraag of Hare Majesteit rechtmatig op de troon zit. Hierop vroeg de advocaat waar het recidivegevaar hem dan in zat.
“Risicotaxatie” was het korte antwoord van Dhr.Schilder.
Van Essen: “Hoe heeft u dat in 5 minuten gedaan?”
Dhr. Schilder verklaarde dat hij dit hoofdzakelijk had gedaan op basis van de hem door NIFD toegestuurde stukken, waaronder de processen verbaal en research van deskundigen. Ook de eerdere BOPZ maatregel tegen Erwin en het geweld tegen de gouden koets kwamen ter sprake. Volgens de psycholoog is er kans op escalatie in de vorm van geweld tegen personen. Verder gaf hij aan dat Erwin een intelligent persoon is, aangezien hij een HBO opleiding heeft afgerond. Naar zijn mening lijdt Erwin aan een dynamische waan waarin gebeurtenissen binnen zijn familie, het koningshuis en andere mondiale gebeurtenissen bij elkaar getrokken worden.
Erwin kreeg het woord en vroeg of het niet mogelijk was dat de BOPZ maatregel was opgelegd om zijn verhaal in de doofpot te stoppen, welke doelen hij volgens de psycholoog zou nastreven en hoe hij in zo’n kort tijdsbestek tot het oordeel was gekomen dat hij volkomen ontoerekeningsvatbaar zou zijn. Dhr. Schilder antwoordde hier op dat het gesprek een stortvloed aan woorden was geweest.
Erwin: “Op basis waarvan heeft u vastgesteld dat ik niet beschik over realiteitszin?”
Dhr.Schilder: “Uw mening wordt niet gedeeld door mensen”
hier voegde hij aan toe dat hij van niemand gehoord dat Erwin gewaardeerd wordt, hij zou geen vrienden hebben en alleen maar omgang hebben met mensen die hetzelfde gedachtegoed delen. Hierop vroeg de advocaat of de door verdachte genoemde feiten over o.a. het leven van Prins Bernhard ook als waanideeen konden worden omschreven. De psycholoog gaf hier geen antwoord op. Dhr. Schilder benadrukte dat ontslag uit de inrichting mede zou moeten afhangen van de bereidheid van verdachte om ook na deze tijd medicatie te accepteren. Erwin gaf hierop direct aan dat pillen zijn politieke opvattingen niet kunnen wegnemen:
“Waarom zouden mijn politieke overtuigingen veranderen d.m.v. Risperdal ?”
Toen de rechter hier naar vroeg, antwoordde de psycholoog dat de pillen vooral iets zouden veranderen aan de vorm en niet aan de inhoud.
“Inhoud kan heel normaal zijn, het is de manier waarop”
Erwin: “Waarom zien jullie politieke boosheid als ziekte?”
Waarna hij zijn betoog vervolgde met verwijzingen naar onderzoeken m.b.t. de medicijnen Cisordinol en Risperdal Dhr.Schilder gaf hierop aan dat het hem niet ging om de politieke overtuiging, maar om de vorm. Als ik die bijsluiters zo lees kan dat goed kloppen en zal Erwin een eventuele volgende politieke actie met aardig wat bijwerkingen moeten uitvoeren. Als dit plannetje doorgaat is Erwin straks zo suf van de medicijnen, dat de inhoud er tegen die tijd voor hem weinig meer toe doet! Erwin onderstreepte dat hij geen vertrouwen heeft in het oordeel van de experts en gaf aan dat hij een aanhanger is van antipsychiatrie . Op dit ogenblik kwamen de nieuwscamera’s de zaal weer in om het requisitoir van de officier vast te leggen.
De 5 zaken die Erwin ten laste worden gelegd werden voorgelezen.
1. Belediging
2. Poging tot het toebrengen van zwaar letsel
3. Vernieling gouden koets
4. Bedreiging van zijn broer via de voicemail
5. Bedreiging van een derde persoon
Nog tijdens het voorlezen van de aanklacht maakte Erwin bezwaar tegen enkele door de officier genoemde termen die hij geuit zou hebben, hij gaf aan dergelijke woorden nooit gebruikt te hebben. Wel gaf hij toe o.a. de term nazi’s gebruikt te hebben. De officier wees op een verklaring van een van de medewerkers van DKDB, volgens hem was de waxinehouder rakelings langs het hoofd van een van de lakeien gevlogen. Hiermee zou Erwin het risico genomen hebben om zwaar letsel toe te brengen. Het gooien zou vanaf een afstand van 2 meter gebeurt zijn. Erwin ging hier tegen in verweer en omschreef de situatie op het ogenblik dat hij gooide. Hij had deze plek bewust opgezocht omdat deze in het bereik van een NOS camera viel. Er stonden 4 rijen met mensen voor hem, om hem heen stonden voornamelijk kleinere personen. Er was een wat langere man maar die stond niet in de gooirichting. Erwin beschreef het moment waarop hij gooide zeer nauwkeurig en was ook duidelijk tevreden over zijn werpkunsten:
“Als ik een lakei had willen raken had ik hem wel geraakt!”
Volgens Lensink was de werpafstand minimaal 4 meter en was de afstand tussen de vliegende waxinehouder en de lakeien minimaal 1,5 meter. De werpafstand van 2 meter die de officier noemt is zeker onrealistisch, aangezien Erwin dan op de eerste rij had moeten staan. Ik kan op de beelden geen lakei ontdekken die in direct gevaar is, de waxinehouder lijkt de koets exact in het midden van de deur te raken.
De beelden van het incident lijken de beschrijving van Erwin te bevestigen. Het is erg jammer dat het geluid in het begin van dit filmpje niet werkt, zodat we niet kunnen horen wat Erwin nu daadwerkelijk geroepen heeft.
De officier ging verder met de eis en gaf aan dat de gouden koets beschadigd was geraakt en dat er enkele goudkleurige schilfers op de waxinehouder waren aangetroffen. Vervolgens werd er ingegaan op de vermeende bedreiging van zijn broer via diens voicemail. Dit zou een bedreiging volgens art.285 wetboek van strafrecht zijn. Ook zou Erwin gedreigd hebben het huis van zijn broer af te branden.
Hoe het nu precies zat met de bedreiging van de derde persoon (Mw.Blok) zat kan ik helaas niet vertellen aangezien ik op dat ogenblik even een sanitaire stop maakte. Het opmerkelijke aan de laatste 2 vermeende bedreigingen was dat de aangiftes hiervan pas na het waxinewerpen zijn ingediend, terwijl de feiten zich verscheidene maanden daarvoor(!) hadden afgespeeld. De bedreiging van Mw. Koster zou op 18 juni 2010 hebben plaatsgevonden, uiteindelijk is hiervan pas in September aangifte gedaan. Bovendien zou Mw. Koster de enige getuige in deze zaak zijn.
Later die middag werden de bewuste voicemails afgespeeld, voorafgaand hierop wees Erwin de rechter op het feit dat er enkele voicemails van deze dag ontbraken en dat hij de te beluisteren voicemails had ingesproken in de nacht van zaterdag op zondag, in een staat waar hij achteraf gezien niet trots op is. Hij gaf aan spijt te hebben van de scheldpartij en met name de hierbij genoemde ziektes.
Helaas waren de voicemails voor de toehoorders in de zaal grotendeels onverstaanbaar.
De officier gaf aan alle conclusies van de experts over te nemen en wees de rechter op Art.37 uit het wetboek van strafrecht. Toen Erwin hier op in wou gaan werd hij onderbroken door de rechter, die aangaf dat de camera nu uit moest.
In de zittingszaal zijn door de media maar beperkt opnames gemaakt en in de videozaal was het verboden opnames te maken. Tijdens de zitting gaf Erwin aan dat hij de beelden die door de rechtbank werden geregistreerd gepubliceerd wilde zien. Ik ben hierop naar de balie geweest en heb de voorliegster gevraagd of wij deze opnames konden krijgen i.v.m. dit verzoek. De voorlichter gaf aan dat de beelden niet werden opgenomen. Hiermee heeft de rechtbank niet alleen ons belang geschaad maar ook die van de verdachte. Erwin is schofterig behandeld door de z.g. experts.
Als ik die beelden had gehad konden die mannen hun beroep nooit meer kunnen uitoefenen en hadden we in een keer kunnen aantonen hoe smerig het bedrog en samenspel van O.M. rechtbank en pers is!
In zijn slotpleidooi ging Lensink nog in op zijn keuze voor de waxinehouder en benadrukte dat hij niemand had willen raken.
De houder zou een ronde vorm gehad hebben, volgens de advocate zou er hoogstens een risico op een flinke blauwe plek hebben bestaan.
Sommige van de getuigenverklaringen werden door Erwin beschreven als iets te sensationeel, verder vertelde hij dat zijn actie niet gericht was tegen de personen en erkende hun recht op een eigen leven. Tot slot aan dat je allerlei labels aan hem kan hangen van communist tot nationaal socialist, maar dat hij verzetsman van het eerste uur
Om deze reden wil ik graag afsluiten het volgende fragment.
Als publiek figuur is het onvermijdelijk om soms op ongewenste wijze met zaken geconfronteerd te worden. Erwin Lensink heeft niet de koninklijke familie bekogelt maar een van de symbolen van het koninklijk huis, de gouden koets! Uiteraard keuren wij het bekogelen van mensen en objecten af! Ik hoop echter oprecht dat Hare Majesteit besluit om het Openbaar Ministerie te verzoeken, om Erwin Lensink per direct vrij te laten en niet over te laten aan de grillen van de “vakexperts” en beschreven medicatie. Zolang de stelling van Erwin Lensink niet wordt ontkracht door een DNA onderzoek, kan dit immers niet worden afgedaan als een waanidee!
LAATSTE NIEUWS JURIDISCHE ORANJE-TERREUR: UITSPRAAK IN ZAAK-LENSINKOPEENS VERVROEGD OM MEDIA TE MISLEIDEN * KLACHT WAXINEWERPER BIJ RAAD VOOR DE JOURNALISTIEK WORDT NIET BEHANDELD
Het volledige verweer van Erwin L.
Reactie Erwin L.
Dit is zijn volledige reactie:
"Aanklacht 14 april 2010 ingediend bij politie in Lichtenvoorde. Aanslag van Karst Tates opgeëist door de M.L. via security check nummer(nummer verwijderd) 06-460595-06begin_of_the_skype_highlightingtussen 15.00 uur en 16.00 uur bij Novum Nieuws, 112, GPD, ANP en de NOS op 30 april 2009, waarbij medeleven is betuigt aan de slachtoffers, maar ook aandacht is gevraagd voor het volgende:
1. Koning Willem I heeft zichzelf tot absoluut soeverein vorst benoemd (dictator)
2. Wilhelmina is of was geen dochter van Willem III en daarmee geen wettige en rechtmatige erfgenaam voor de troonopvolging
3. Bernhard Zur Lippe Biesterfeldt heeft hoogverraad gepleegd van de Nederlandse Strijdkrachten voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog (onder meer directe familieleden als mijn grootvader op de Grebbe)
Ik doe aangifte van diefstal (Wetboek van Strafrecht artikel 310), hoogverraad (Misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, Wetboek van Strafrecht artikel 92-107a) en oplichting (Wetboek van Strafrecht, artikel 326) door de volgende daders:
• Beatrix Wilhelmina Armgard von Amsberg – Zur Lippe Biesterfeld (geboortedatum: 31-1-1938 / geboorteplaats: Baarn)
• Willem Alexander Claus George Ferdinand von Amsberg (geboortedatum: 27-4-1967 / geboorteplaats: Utrecht)
• Maxima von Amsberg – Zorreguieta
(geboortedatum: 17-5-1971 / geboorteplaats: Buenos Aires)
Bij deze wil ik de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis ter discussie stellen. Bij deze wil ik de leden van het Koninklijk Huis beschuldigen van het onrechtmatig, onwetmatig en bovenal op onrechtvaardige (criminele) wijze verkrijgen, behouden en uitbreiden van macht, rijkdom en status door middel van grove schending(en) van de burger- en mensenrechten.
De volgende drie hoofdargumenten, criminele, valse en onrechtmatige daden en gebeurtenissen zijn hierbij van belang:
1. Koningin Wilhelmina (geboortedatum: 31 augustus 1880 / geboorteplaats: Den Haag) is of was niet de dochter van Koning Willem III, maar van de heer S.M.S. de Ranitz en daarmee niet de rechtmatige erfelijke troonopvolg(st)er volgens de wetten van Koning Willem I en/of de Nederlandse Grondwet van 1848 (Thorbecke).
2. Koning Willem I heeft zichzelf onrechtmatig, onrechtvaardig en op criminele wijze uitgeroepen tot absoluut soeverein vorst (koning = dictator) in strijd met de soevereiniteit van de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden, bekrachtigd door de (inter)nationale verdragen; Acte van Verlatinghe (Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring) van 26 juli 1581, het Eeuwig Edict (12 februari 1577), de Unie van Utrecht (23 januari 1579), de Justificatie of Deductie van 1587, de Vrede van Münster (15 mei 1648) en het Eeuwig Edict van 1667.
3. Het hoogverraad door Bernhard Zur Lippe-Biesterfeld van de Duitse democratische rechtstaat (Nacht Zur Lange Messen) en bovenal het hoogverraad van Bernhard Zur Lippe-Biesterfeld en de koninklijke leden van de Hoge Raad van Adel (Koningin Juliana & Koningin Wilhelmina) voor aanvang van en tijdens de Tweede Wereldoorlog van de Nederlandse Staat en de Nederlandse strijdkrachten en het verzet der L.O./L.K.P.
Eveneens is er hier duidelijk sprake van een voortdurend delict, namelijk een strafbaarstelling van een verboden toestand volgens de Nederlandse Grondwet van 1848, de Nederlandse Grondwet van 1983 en de Acte van Verlatinghe (Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring) van 26 juli 1581. Artikel 42 van de Nederlandse Grondwet betreffende de onschendbaarheid van de Koning is derhalve niet van toepassing sinds het overlijden van Koning Willem III en zelfs in strijd met de eerste tien artikelen van de Nederlandse Grondwet.
Naar mijn mening is de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis op onrechtmatige en dus criminele wijze ingevoerd. Op welke rechtvaardige, historische en/of rechtmatige gronden kon Koning Willem I immers een absolute monarchie het Koninkrijk der Nederlanden ten faveure van hemzelf en zijn familie uitroepen?
Op 2 december 1813 heeft Koning Willem I zichzelf tot absoluut soeverein vorst (dictator) van het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden uitgeroepen. Dit is in strijd met de historische wetten en de Acte van Verlatinghe (Nederlandse onafhankelijkheidverklaring) van 26 juli 1581 van de stadhouder Willem van Oranje-Nassau en de soevereine Staten-Generaal van de Republiek der (Zeven) Verenigde Nederlanden, bekrachtigd door het internationale verdrag de Vrede van Münster (15 mei 1648) tussen de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden en Spanje, waarbij de Nederlandse Staat(en) onafhankelijk en soeverein werd verklaard.
Op 30 november 1813 zette Koning Willem I na achttien jaar weer voet op de Nederlandse bodem vanaf een Engels fregat. In London was hij per brief uitgenodigd om als “soeverein vorst” de regering op zich te nemen. De brief was afkomstig van het driemanschap van 1813 (de Haagse notabelen Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum), maar feitelijk was dit slechts het excuus voor de staatsgreep, die door de Engelse geheime dienst in opdracht van de Britse Minister van Buitenlandse Zaken Castlereagh werd uitgevoerd.
Op 23 mei 1802 sluiten Frankrijk en Pruissen een verdrag, waarbij het vorstendom Fulda en een aantal andere gebieden aan voormalig stadhouder Willem V wordt toebedeeld. In december 1801 schreef Willem V de brieven van buitenplaats Oranienstein, waarin hij de Bataafse Republiek als wettig erkende. Hiermee deed hij afstand van al zijn rechten als erfstadhouder en voldeed de stadhouder aan de door Napoleon Bonaparte gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een schadeloosstelling. De erfprins Willem Frederik (Koning Willem I) en voormalig stadhouder Willem V aanvaardde van Napoleon de soevereiniteit over vorstendom Fulda als schadeloosstelling voor de in 1795 toegepaste verbeurdverklaringen in de Nederlanden.
De Franse Revolutie is begonnen met het verzet op 5 mei 1789 van de Derde Kamer van de Franse Volksvertegenwoordiging en had uitdrukkelijk niet het doel tot een hernieuwde dictatuur van de adel. Koning Willem I heeft alleen al hoogverraad gepleegd door samenwerking met Napoleon Bonaparte en de acceptatie van het vorstendom Fulda en gebieden als schadeloosstelling.
De Franse Revolutie was daarbij een politieke omwenteling in het laatste decennium van de 18e eeuw waarbij de Franse monarchie werd vervangen door een republiek. De macht en de privileges van adel en geestelijkheid werden teruggedrongen ten gunste van de geletterde burgerij. Als beginpunt geldt juni 1789, toen na meer dan 175 jaar de Staten-Generaal bijeen werden geroepen en op 14 juli de staatsgevangenis van Parijs, de Bastille, werd bestormd. Als einde van de revolutie beschouwt men de staatsgreep op de '18e Brumaire' in 1799 van Napoleon Bonaparte.
De Bataafse Republiek werd na de Bataafse Revolutie uitgeroepen op 19 januari 1795, één dag nadat stadhouder Willem V naar Engeland was gevlucht. Het grondgebied was gelijk aan dat van de gewesten van de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De omwenteling van 1795 was in feite een herhaling van de omwenteling van de Patriotten, die in 1787 met behulp van een Pruisisch interventieleger was onderdrukt. Veel leiders van de Bataafse Republiek waren Patriottische politici, die in 1787 naar Frankrijk waren uitgeweken. Nu kregen zij, met Franse steun, de kans om alsnog hun idealen te verwezenlijken. In tegenstelling tot Frankrijk kreeg de nieuwe Republiek geen terreurregime of schrikbewind. In de Republiek stonden democratische principes hoog in het vaandel. De Nationale Vergadering, de eerste Nederlandse volksvertegenwoordiging, kwam op 1 maart 1796 voor de eerste maal in zitting bijeen.
In tegenstelling tot Frankrijk, waar de Franse Revolutie snel radicaliseerde en de guillotine overuren draaide, werden de revolutionaire veranderingen in de Bataafse Republiek relatief vreedzaam doorgevoerd. Het land was al tweehonderd jaar een republiek, en had dan ook maar weinig tegenstribbelende edelen die anders misschien 'ingekort' moesten worden.
Een klein deel van de Nederlandse adel gaat terug op middeleeuws adeldom, de zogenaamde bloed- of zwaardadel. Een voorbeeld van Noblesse d'épee (zwaardadel) zijn de grafelijke geslachten Van Rechteren en Bentinck, tevens de enige geslachten opgenomen in de Almanach de Gotha. De Almanach de Gotha is een almanak van adellijke geslachten die voor het eerst verscheen in 1763. In 1795 werden onder invloed van de denkbeelden van de Franse revolutie in de Nederlanden de standen en daarmee de adel afgeschaft.
Koning Willem I stelde onrechtmatig, onrechtvaardig en op criminele wijze bij soeverein besluit (24 juni 1814 nr. 10) de Hoge Raad van Adel (Collegie van Heraldie) in. In de Grondwet werd vastgelegd dat adeldom zou worden verleend door de Koning Willem I. Bij soeverein besluit (13 februari 1815, nr 60) werd bepaald op welke manieren adeldom verleend zou kunnen worden en enkele jaren later uitsluitend door erkenning, inlijving of verheffing. De term erkenning heeft betrekking op inheemse adel van vóór 1795, inlijving op oorspronkelijk buitenlandse adel, terwijl met verheffing geheel nieuwe adel werd gecreëerd.
De constitutie van 1814 onder leiding van Van Hogendorp voor een nieuwe Grondwet liet de absolute macht aan de Koning Willem I. Deze absolute soevereine macht had Koning Willem I min of meer opgedrongen aan en geëist van het driemanschap onder leiding van Van Hogendorp, dat zichzelf het Voorlopig Bewind noemde, als voorwaarde om naar Nederland terug te keren als vorst. Het bestuur over de financiën, buitenlandse betrekkingen, het land, de koloniën en de vloot kwam op die chantabele wijze allemaal in de portefeuille van de absoluut soeverein vorst. Men sprak van “restauratie”, maar in werkelijkheid werd een aantal waardevolle vernieuwingen die in de Franse tijd waren doorgevoerd, ongedaan gemaakt.
Zeshonderd zorgvuldig geselecteerde en “benoemde notabelen” kregen in maart 1814 een oproep over het ontwerp van de nieuwe grondwet hun stem uit te brengen. Eerder had de vorst (dictator) zelf op 14 februari al 600 personen aangewezen om deel uit te maken van een Grote Vergadering van Notabelen. Deze vergadering moest zich op 29 maart in de Nieuwe Kerk te Amsterdam uitspreken over de ontwerp-Grondwet.
Van de 600 uitverkorenen verschenen er 474. Sommigen bleven weg vanwege persoonlijke omstandigheden of ziekte (liefst 60 personen), terwijl drie benoemden al overleden waren. Een enkeling had geen vertrouwen dat vrijelijk over het ontwerp gesproken kon worden, en vreesde alleen 'ja' of 'nee' te mogen zeggen.
Het ontwerp werd met 448 tegen 26 stemmen aangenomen. Enkele katholieken vreesden overheersing door de Hervormden en wezen het ontwerp af. Een dag later werd Willem door de vergadering van notabelen ingehuldigd als soeverein vorst.
In de laatste maanden van 1814 en de eerste van 1815 werd de eenwording van de Nederlanden met België en Luxemburg in Wenen besproken tijdens het beroemd geworden congres van de Europese leiders. De Conferentie van Wenen werd abrupt afgebroken na het bericht, dat Napoleon Bonaparte van het eilandje Elba was ontsnapt. Op 18 juni 1815 lagen de legers rondom Waterloo en Napoleon Bonaparte had haast, want zolang de Pruissen niet waren gearriveerd, had hij alleen de westelijke geallieerden tegenover zich staan. Nog voordat deze slag bij Waterloo plaatsvond, had Koning Willem I (dictator) zich al vast uitgeroepen tot koning over het grote Nederland: België en Luxemburg incluis, een daad die later door de Europese staatshoofden werd bekrachtigd.
De inhuldiging van Koning Willem I in Brussel was geen feestelijke gebeurtenis. De verschillen tussen beide landen waren groot. Dat bleek wel tijdens de stemming over de nieuwe grondwet, die na de eenwording noodzakelijk werd. De beide kamers van de Staten-Generaal, waarvan alle leden benoemd door Koning Willem I, keurden het ontwerp unaniem goed.
Anders ging dat in België, waar het grondwetsvoorstel bij gebrek aan een parlement werd voorgelegd aan 1604 notabelen. Van hen brachten 1323 personen inderdaad een stem uit: 527 waren voorstander en 796 stemden tegen. Een duidelijke meerderheid wees het grondwet-ontwerp dus af.
Koning Willem I (dictator) bedacht een sluwe valse oplossing voor de patstelling, die nu was ontstaan. Koning Willem I bestudeerde de tegenstemmen en ontdekte dat 126 stemmers als belangrijkste bezwaar de bepalingen over de godsdienst hadden genoemd. Deze 126 tegenstemmers werden ineens geacht door deze bepalingen voorgestemd te hebben en diegenen, die geen stem hadden uitgebracht, werden opeens ook bij de voorstemmers meegeteld. Op deze wijze werd een ruime meerderheid, die het grondwet - ontwerp afwees opeens een door de dictator gecreërde meerderheid voor het grondwet – ontwerp.
Vanaf 1813 voerde Willem Frederik van Nassau-Dietz (valselijk Oranje-Nassau) de titel van absoluut soeverein vorst over de Nederlandse Staat. Deze Willem Frederik van Nassau-Dietz (24 augustus 1772-12 december 1843) stamt af via zijn voorvaderen van uiteindelijk Ernst Casimir (22 december 1573 – 2 juni 1632), graaf van Nassau-Dietz. De vader van Ernst Casimir, graaf van Nassau-Dietz is Jan VI van Nassau-Dillenburg (22 november 1535 – 8 oktober 1606).
Deze Jan VI van Nassau-Dillenburg verliet de Nederlanden in 1580 nota bene omdat hij zich niet kon vinden in de Fransgezinde politiek van zijn broer Willem van Oranje-Nassau. Stadhouder Willem van Oranje-Nassau en Jan VI van Nassau-Dillenburg hadden diepgaande religieuze en politieke meningverschillen. Daarmee stammen Koning Willem I, Koning Willem II en Koning Willem III zeker niet af van rebellenleider Willem van Oranje-Nassau. Het elfde kind van Jan VI van Nassau-Dillenburg, de broer van stadhouder Willem van Oranje-Nassau was Ernst Casimir, graaf van Nassau-Dietz.
Koning Willem I kan dan ook beschouwd worden als een verlicht despoot. Despotisme is een regeringsvorm, waarbij één persoon of een kleine groep personen absolute macht heeft, die naar willekeur kan worden toegepast. Het gaat hierbij dus om een autocratie, oligarchie, tirannie of dictatuur. Er is geen mogelijkheid voor discussie, er is geen volksvertegenwoordiging en er zijn geen politieke partijen. Kritiek en verzet wordt afgestraft. Een verwante term is het verlichte despotisme. De oorsprong van deze staatsvorm ligt in de Verlichting, een politiek-filosofische vorm in de 18e Eeuw.
Bij het verlicht despotisme voerden absolute monarchen sociaal politieke hervormingen door in hun rijken, dus was er sprake van een totalitaire dictatuur. Deze totalitaire dictatuur heeft een ondemocratisch karakter, waarbij er geen of onvoldoende scheiding is van de machten: de wetgevende macht, de rechterlijke macht en de uitvoerende macht.
In de meeste dictaturen is er sprake van systematische onderdrukking van tegenstanders van de dictator en andere andersdenkenden, bijvoorbeeld door ze gevangen te nemen of zelfs te vermoorden. Een onafhankelijke rechtspraak waarop men een beroep kan doen is misschien in de theorie nog aanwezig, maar in de praktijk is deze uitgeschakeld en ondergeschikt aan de wil van de dictator.Vaak komen dictaturen tot stand door een (militaire) staatsgreep of een burgeroorlog.
Koningin Wilhelmina stamt echter niet af van Koning Willem III en dus ook niet van Koning Willem I, zoals in de Nederlandse Grondwet voor erfopvolging van de troon vermeld staat. Koningin Wilhelmina is een dochter van Emma van Waldeck-Pyrmont en S.M.S. de Ranitz. Het huwelijk tussen Koning Willem III en Emma van Waldeck-Pyrmont is onder valse voorwendselen gesloten om voort te borduren op de valse beloning van het instellen van een dictatorschap door Koning Willem I en consorten.
Ik stel dat de Koninklijke familie onwettig c.q. onrechtmatig haar rol vervult in de Nederlandse samenleving. Tevens stel ik dat zij onrechtmatig gelden uit de Nederlandse staatskas ontvangen. Uit feiten is mij bekend, dat de huidige koninklijke familie niet de rechtmatige troonopvolgers zijn. Naar mijn mening is dit middels een dna - onderzoek aan te tonen en onomstotelijk overtuigend te bewijzen. Ik vind dit diefstal, hoogverraad en oplichting en doe derhalve aangifte.
Daarbij is voor mij de spreekwoordelijke druppel, die de emmer doet overlopen, het hoogverraad van de Nederlandse en Binnenlandse Strijdkrachten en dus wederom onder meer mijzelf en mijn familie voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog voor de Nederlandse natie door Bernhard Zur Lippe-Biesterfeld. Bij beide families waren vele familieleden (minimaal circa twintig van de families Zur Lippe-Biesterfeld / van Waldeck-Pyrmont) actief en zeer fanatiek betrokken bij het Nazi-regime en bekleden hoge functies bij de SS en andere soortgelijke organisaties tot het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Bij deze wil ik een aanklacht indienen en Prins Bernhard beschuldigen van actief hoogverraad van de Nederlandse Strijdkrachten en landverraad (Wetboek van Strafrecht artikel 92-107a).
In deze aanklacht wil ik de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis ter discussie stellen. Bij deze wil ik de leden van het Koninklijk Huis beschuldigen van onrechtmatig en bovenal op onrechtvaardige (criminele) wijze verkrijgen, behouden en vergroten van macht, rijkdom en status.
Willem van Oranje en de Staten-Generaal hebben op verschillende wijze, onder meer met de Justificatie of Deductie, de soevereiniteit uitgeroepen van een democratische rechtstaat, de Staten, de Republiek der (Zeven) Verenigde Nederlanden (Verenigde Provinciën).
Daarbij is Koning Willem I op geen enkele wijze familie of nazaat van Willem van Oranje en kon dientengevolge op geen enkele rechtmatige, historische of rechtvaardige wijze aanspraak maken als machthebber van Nederland en in feite een dictatuur instellen.
Op deze wijze is de Trias Politica, te weten de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht op dit moment gedwongen om mijn aanklacht in mijn contra onderzoek op serieuze en rechtvaardige wijze te behandelen en strafrechterlijk te onderzoeken. De uitkomst kan naar mijn mening niet anders zijn, dan dat alle leden van het Koninklijk Huis abductie doen van hun oneerlijke recht op macht via de onrechtvaardige onrechtmatige ondemocratische Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis op hun macht en status en een deel van hun ongelijkwaardige rijkdom en dat de ceremoniële vacature functie wellicht op democratische wijze in de toekomst met een bepaalde maximum termijn wordt ingevuld.
Inmiddels zijn door mij ook andere zaken geconstateerd, namelijk:
• Dat mijn grootouders en overgrootouders actief betrokken waren bij het verzet der L.O. en de verdediging van Nederland bij de Nederlandse Strijdkrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog.
• Dat het faillissement (of gedwongen verkoop) van de boerderij `t Hinkamp/`t Heenkamp van mijn grootvader en mijn ouders onrechtvaardig is en voor een belangrijk deel de waarschijnlijk directe of indirecte belangrijkste oorzaak (kans minimaal 10% tot en met 100%) van het overlijden van mijn moeder bij zelfdoding.
Wijlen Prins Bernhard Zur Lippe Biesterfeld heeft mijn grootvader Gerrit Willem (Gerhard) L., Marcelis Adolf (Max) de Vries en andere Nederlandse Strijdkrachten lafhartig verraden. Tijdens de strijd om de Grebbeberg kwamen 424 man om het leven, waaronder Marcelis Adolf de Vries op 13 mei 1940. In totaal kwamen circa 2300 Nederlandse militairen om het leven tijdens de Duitse invasie in mei 1940. Verder hebben Prins Bernhard Zur Lippe Biesterfeld en Erfprinz Zur Waldeck Pyrmont de democratische Duitse rechtstaat met actieve betrokkenheid verraden bij de Nacht Zur Lange Messen.
De adel en de bankiers hebben dan ook een grote belangrijke rol gehad bij het aan de macht brengen van Adolf Hitler, de Nazi partij in Duitsland en Mussolini in Italië en het omver werpen van de democratische Europese rechtstaten. De instelling van de Hoge Raad van Adel door Koning Willem I en het zichzelf uitroepen tot absoluut soeverein vorst is in strijd met de Acte van Verlatinghe (Nederlandse soevereiniteitverklaring en onafhankelijkheidverklaring), het Eeuwig Edict, de Vrede van Münster, de Justificatie of Deductie en de Unie van Utrecht.
Op geen enkele wijze heeft de huidige Nederlandse “koninklijke familie” recht op hun huidige status, macht en rijkdom. Daarmee beschuldig ik de leden van het Koninklijk Huis rechtmatig, rechtvaardig, moreel en in historisch perspectief van hoogverraad, landverraad, politieke corruptie, diefstal en als criminele organisatie, namens de Nederlandse samenleving en de Nederlandse democratische rechtstaat.
etc. etc. etc.
http://www.prorepublica.nl
http://www.tomcouzy-weblog.nl."
Erwin L.- 19-08-’10 02:50
Hij had haar met een Bazooka moeten neerknallen geladen met een nucleare pompoen.!
Wacht maar binnen kort hebben we een Etherisch wapen.
Hier alvast een voorproefje om van te dromen in het slapen.
Wellicht was ze inderdaad niet een dochter in de bloedlijn. Echter, in de grondwet (die is er of je nu wil of niet) is geregeld dat mocht opvolger in de bloedlijn ontbreken er een ander als opvolger door Willem III in dit geval mocht worden aangewezen.
RSS lijst met reacties op dit artikel