Beste leiders,

Doe het nu niet. Nog een top. Opnieuw dat drukke, nerveuze overleg om Europa te redden. Nog eens proberen een eensgezinde verklaring uit te geven dat u er helemaal uit bent, om na enkele dagen weer te merken, dat uw maatregelen weer niet afdoende waren.

U bedoelt het goed. U gelooft er ook werkelijk in dat het noodzakelijk is de Euro overeind te houden.

U bent er werkelijk van overtuigd dat dit werelddeel in elkaar stort wanneer we geen Euro hebben.  U denkt echt dat als we allemaal maar voldoende bezuinigen om die biljoenen bij elkaar te brengen, om alle gaten te dichten, het uiteindelijk weer beter zal gaan.

Maar… wij geloven u niet meer, beste leiders. En belangrijker nog; wij willen het niet meer. U bent iets voor ons aan het redden, waarvan wij niet willen dat het gered wordt.

Misschien zijn we ondankbaar in uw ogen. We zien heus wel hoe wanhopig u uw best doet. U reist van land naar land voor druk overleg met uw collega leiders. U onderhandelt, u wikt en weegt, u slaapt nog nauwelijks. Dat zien we heus wel. Maar u vecht voor iets wat wij, die u gekozen hebben, niet willen.

We begrijpen ook wel dat u geen tijd heeft om naar ons te luisteren. U ziet die kleurige iglotentjes niet van die idealisten op beurspleinen. U ziet de wanhoop niet van die miljoenen mensen die iedere avond weer op het nieuws horen dat er nieuwe bezuinigingen nodig zijn om Europa te redden. U ziet niet hoeveel mensen ’s nachts wakker liggen met zorgen over het jaar dat komen gaat, en of het nu wel of niet verantwoord is om nog één keer ouderwets en overvloedig kerst te vieren. U ziet en hoort alleen uw eigen doorgedraaide mantra; de Euro moet gered worden. Als een neurotische dwanggedachte. Wellicht ziet u zichzelf als een held die geschiedenis aan het schrijven is. Iemand over wie kinderen later op school zullen leren dat het aan hem te danken was dat de Euro nog bestaat.

Word toch wakker, beste leiders. U vecht voor een ideaal van de elite dat niet langer gedragen wordt door uw achterban. Het is allemaal niet zo moeilijk en ingewikkeld. Als u nu maar even tot rust wilt komen. Even wilt luisteren naar wat wij willen. Zoveel is dat namelijk niet.

Wij willen eerlijke en kleine banken. Banken waar ons geld veilig is en niet gebruikt wordt om krankzinnige beleggingen mee te doen. Banken die net als wijzelf niet meer uitgeven dan ze hebben. Banken die ons eerlijk adviseren en geen rente meer rekenen. Banken die gewoon doen waarvoor ze uitgevonden zijn; het geld dat we niet nodig hebben, bewaren, en ons verantwoord geld lenen wanneer we het nodig hebben. Niet meer en niet minder. En dan liefst met een filiaal in ons eigen dorp, met een bankdirecteur die ons kent, en die wij kennen. U weet wel, net zoals vroeger, zo’n leuke, empatische man of vrouw die samen met ons oud wordt.

We willen een eerlijke munt. Zo’n munt waarvan je weet wat die waard is. Een munt waarin we geloven omdat hij gebaseerd is op onze arbeid. Niet een munt die zomaar in elkaar kan storten, omdat er zich 1000 kilometer verderop een ramp voltrekt. Want dat begrijpen we niet meer. En dat willen we niet meer. En of u hem nu Euro noemt, of Gulden, Neuro of Zeuro, dat maakt ons persoonlijk niet zoveel uit. Gewoon, een oerdegelijke munt, zonder gelazer. En nee, we vinden het niet erg wanneer we aan de grens weer moeten wisselen, dat vonden we charmant, al dat gereken, en het was ook prettig dat in dat andere land alles zo goedkoop leek, dat we het er eens goed van namen, en op die manier de economie van die buitenlanden ondersteunden.

We willen ook werken. Graag. Maar dan liefst niet in een bedrijf waarvan de directie en de aandeelhouders in een ander land zitten. We vinden het prettig te weten voor wie we werken. En dat we geen anoniem aantal zijn waarvan er in barre tijden x overtollig zijn en afgevoerd worden. Het liefst hebben we eigenlijk helemaal geen aandeelhouders meer van onze bedrijven. We willen gewoon gezonde bedrijven die doen waar ze goed in zijn, en die niet door de waan van de dag opeens de helft van hun waarde kunnen verliezen op de beurs. Dat snappen we namelijk niet. We willen gewoon dat de winst van onze arbeid in ons bedrijf geïnvesteerd wordt, en niet in dividend voor de aandeelhouders van ons bedrijf. Eigenlijk heel normaal en logisch. En liefst willen we ook voor duurzame bedrijven werken. Bedrijven die begrijpen dat we vooralsnog slechts één aarde hebben, en dat we die graag zo schoon mogelijk willen overdragen aan onze kinderen en kleinkinderen.

We willen ook graag belastingen betalen. Ieder naar eigen vermogen. We begrijpen dat ons dat veel voordeel oplevert. Daardoor kunnen we onze kinderen gratis naar school laten gaan, hebben we goede wegen waarover we kunnen rijden, worden we geholpen als we ziek zijn, en krijgen we steun als het leven iets minder fortuinlijk voor ons is. Voor al die zaken betalen we graag belastingen, als u het maar goed regelt en organiseert. En liefst natuurlijk op zo’n eerlijk mogelijke manier. Zo gek is onze vraag toch niet dat we het normaal vinden dat de rijkeren iets meer, en de armeren iets minder betalen? Maar we willen geen belastingen betalen voor enorme noodfondsen. Voor enorme Europese instituten waarvan u ons voortdurend bezweert dat ze ons zoveel voordeel opleveren, maar waarvan wij alleen maar merken dat wij moeten bezuinigen om ze in stand te houden. Nee, we willen niet dat u banken overneemt die misdadige zaken hebben gedaan. We willen niet dat u landen redt waarvan de corrupte leiders het geld over de balk hebben gesmeten. We geloven niet in dat geldverslindende project Europa van u. U heeft het geprobeerd, wij zijn er lang in mee gegaan, maar nu is het spelletje over. We willen dat Europa van u niet meer. Dat wilt niet zeggen dat we onze ogen willen sluiten voor onze buren. Maar we willen niet verantwoordelijk zijn voor de schulden van onze buren. Dat willen we in onze eigen straat toch ook niet? Als onze buur failliet gaat, dan willen we hem wel eens op het eten vragen om zijn verhaal te vertellen, maar we gaan toch niet zijn schuld af betalen? Dat begrijpen wij niet, beste leiders, en dat willen wij niet.

Tenslotte, beste leiders, willen we graag een rechtvaardige wereld. Een wereld die we weer begrijpen. Een wereld waarin iedereen te eten heeft, iedereen gezondheidszorg heeft, en alle kinderen naar school kunnen. Een wereld waarin iedereen een fatsoenlijk leven kan leiden. Maar in een wereld waarin het mogelijk is dat door hebzucht sommigen miljarden kunnen verdienen door te speculeren op schaarste, is niet rechtvaardig. Dat soort praktijken willen we niet meer. We willen dat dit als misdaad tegen de menselijkheid wordt gezien. We hebben niets tegen mensen die op een eerlijke manier hun brood verdienen, welvaart opbouwen, en daardoor meer welvaart in de wereld brengen. Maar we willen geen speculanten meer. Geen beurzen. Geen beleggers. Geen aandeelhouders. We willen niet langer digitaal geld. We willen het namelijk simpwelweg weer begrijpen. En we willen dat die mensen die zich met dat digitale geld verrijkt hebben, nu niet alleen zelf hun schulden afbetalen, maar ook bestraft worden omwille van hun praktijken. Ze hoeven niet de gevangenis in, want dat kost ons alleen maar geld. Nee, de bestraffing dient levenslange dwangarbeid te zijn om al hun onrecht weer goed te maken. Ze waren zo goed en slim om van niets een fortuin te maken, dat ze nu hun slimheid inzetten, om op een verantwoorde manier hun systeem geheel te ontmantelen, en wat er overblijft te verdelen in de wereld. Dan zijn wij zelfs graag bereid om hun te vergeven.

Beste leiders, durf nu te kiezen voor radicale veranderingen. Durf uw oude overtuigingen op te geven, en de wereld werkelijk te veranderen. Dan zult u werkelijk in de geschiedenisboekjes terecht te komen. Want anders zullen wij het zijn. Het volk. Het volk dat het niet meer begrijpt en het niet meer wilt. En dan zullen wij massaal de straat opgaan. En uiteindelijk zult u verjaagd worden. U kijkt toch ook naar het nieuws? De dag dat we het niet meer beleefd vragen, is niet meer zo ver weg. En al zet u het leger in, eenmaal dat wij het echt niet meer willen, zult u ons niet van het plein kunnen verjagen. Maar dan zullen wij net zo lang blijven zitten, tot u weg gaat.

Dankuwel beste leiders, dat u even de tijd nam om niet alleen naar elkaar, maar om voor een keer naar ons te luisteren.

Geert Kimpen,

www.geertkimpen.com

Deze brief mag , mits naamsvermelding, overal gecopieerd worden.