In de troonrede van 1997 omschreef Beatrix het Nederlandse staatsbestel als 'onze parlementaire democratie'. De beide samenstellende delen van dit begrip brengen kernachtig het wezen van een parlementaire democratie tot uitdrukking: het volk regeert zichzelf (democratie) een volksvertegenwoordiging te kiezen waaraan de regering verantwoording verschuldigd is (parlementair stelsel).( detail...) De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk uit 1798 spreekt in dit verband van 'eene Volksregeering bij Vertegenwoordiging' 1. Het staatsgezag gaat met andere woorden van het volk uit, hetgeen in de rechtswetenschap volkssoevereiniteit wordt genoemd. Voor een definitie van het begrip volkssoevereiniteit zijn we opnieuw aangewezen op de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk, die hierover het volgende bepaalt: 'De Oppermagt berust in de gezamelijke Leden der Maatschappij, Burgers genoemd.' 2    

 

  Het is veelzeggend voor de staat van de democratie in Nederland dat we voor een definitie van begrippen zoals parlementaire democratie en volkssoevereiniteit te rade moeten gaan bij de grondwet van de Bataafse Republiek en niet bij Thorbeckes wangedrocht uit 1848. Dat het volk soeverein is, is in de huidige Nederlandse grondwet namelijk nergens met zoveel woorden geregeld 3; dit kan slechts indirect worden afgeleid uit het feit dat de Staten-Generaal het gehele Nederlandse volk vertegenwoordigen en dat de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal rechtstreeks worden gekozen door de Nederlanders van achttien jaar en ouder. Verder bepaalt de grondwet slechts dat de verkiezingen voor de Staten-Generaal bij geheime stemming plaatsvinden; al het overige laat de grondwet ter regeling over aan de kieswet. Het is dan ook een gevaarlijke omissie dat de grondwet weliswaar voorziet in rechtstreekse, algemene en geheime verkiezingen, maar volledig voorbijgaat aan de noodzaak van vrije en gelijke verkiezingen 4.

Hoe dit ook zij, op 9 juni kunnen de burgers van Nederland weer gebruik maken van hun grondwettelijk verankerde recht de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te kiezen. Wat in ieder ander parlementair stelsel het hoogtepunt van de democratie is, ontaardt in Nederland echter steevast in een schertsvertoning wanneer het ongekozen staatshoofd zich met de kabinetsformatie inlaat door een informateur en formateur te benoemen. De burgers bepalen weliswaar welke partijen zitting in het parlement mogen nemen en met hoeveel zetels, maar het ongekozen staatshoofd bepaalt vervolgens indirect welke partijen aan de regering mogen deelnemen. De mens wikt, maar God beschikt - de burger kiest, maar het staatshoofd bepaalt wie er regeert. En zo moet het volk, de enige échte soeverein in dit land, zijn soevereiniteit aan de paleishekken van Huis ten Bosch inleveren bij het ongekozen staatshoofd, dat zich bovendien aanmatigt zijn ambt bij de gratie Gods te vervullen. Welkom in de 19e eeuw!

 En alsof het niet al beschamend genoeg is dat een ongekozen staatshoofd zich met staatszaken inlaat, wordt dit alles ook nog eens met de grootste geheimzinnigheid omkleed. Want zoals alle ook maar zijdelings met het staatshoofd verband houdende zaken is ook zijn bemoeienis met de kabinetsformatie een staatsgeheim van de eerste orde waarover bewindslieden en volksvertegenwoordigers op straffe van excommunicatie niet licht uit de school zullen klappen. Naar de precieze rol van het staatshoofd bij de kabinetsformatie kunnen we daarom alleen maar gissen. Het is echter evident dat het staatshoofd hierop alleen al door de benoeming van een bepaalde informateur en formateur invloed kan uitoefenen. Maar misschien reikt zijn invloed wel verder en krijgen de informateur en formateur bij hun benoeming tevens uitdrukkelijke instructies van het staatshoofd mee. We weten het domweg niet. En daarmee is de kabinetsformatie een van de vele 'losse eindjes' van het Nederlandse staatsbestel.

Gaat u op 9 juni dus vooral stemmen, maar maakt u zich alstublieft niet te veel illusies over het democratische gehalte van de daaropvolgende kabinetsformatie. Zolang de Nederlandse grondwet het staatshoofd buiten de wet plaatst, wordt het niks met de democratie in dit land. Het is dan ook een gotspe dat Beatrix in de troontrede van 1997 beweerde dat de grondwet van 1848 'de grondslag legde voor onze parlementaire democratie'. In werkelijkheid was die grondslag namelijk al in 1798 gelegd met de grondwet van de Bataafse Republiek, waaraan een vroegtijdig einde kwam met de invoering van de monarchie. De democratie is dood, leve de democratie!

 

 

 

 

 

 

 

  • 1
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • Burgerlijke en staatkundige grondregels, artikel X
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • 2
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • Acte van staatsregeling, artikel II.
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • 3
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • In tegenstelling tot de Duitse grondwet, die in artikel 20 lid 2 het volgende bepaalt: 'Alle Staatsgewalt geht vom Volke aus.'
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • 4
  •  

     

     

     

     

     

     

     

     

  • Vergelijk artikel 38 lid 1 van de Duitse grondwet: 'Die Abgeordneten des Deutschen Bundestages werden in allgemeiner, unmittelbarer, freier, gleicher und geheimer Wahl gewählt.'
  •  

     

     

    Bron:

     

     

     

     

     

     

     

     

     

  •