Wat mij het meest verbaasd heeft over het nieuwsbericht van een ‘nieuw’ wetenschappelijk onderzoek van een ‘team van wetenschappers’ dat zou aantonen dat de Maya kalender online niet in 2012 zou aflopen maar zo’n twee eeuwen later, is de snelheid waarmee dit bericht klakkeloos en gretig overgenomen wordt de verschillende reguliere media. Het was zelfs het slotonderwerp van het NOS achtuurjournaal op maandag 26 oktober.

Het ‘nieuwe’ wetenschappelijke onderzoek blijft bij nader inzien helemaal niet nieuw. Het enige wat nieuw blijkt te zijn is een artikel in het populair wetenschappelijk tijdschrift NWT (Natuur Wetenschap & Techniek) in oktober 2009. Het gaat hier dus niet om een officieel erkende wetenschappelijk onderzoek en/of publicatie van een team van wetenschappers zoals het NOS journaal vermelde, maar om een tendentieus opinieartikel van Maarten Keulemans in NWT. De titel ´Balen: 2012 is pas over twee eeuwen’ zet gelijk de toon voor de rest van het artikel. Het past een serieus wetenschappelijk blad niet om suggestieve artikelen te schrijven. Uit het feit dat Marcel Hulspas, voorzitter van de organisatie Skepsis, een vaste kolom in NWT heeft, spreekt naar mijn idee de vooringenomenheid van dit blad.

Wonderlijk genoeg werd het promotieonderzoek van Andreas Fuls die een nieuwe eindtijd van de Maya kalender berekende voor het jaar 2220 al een jaar eerder besproken in het lijfblad van de organisatie Skepsis. Volgens hoofdredacteur Rob Nanninga is de oktober 2009 publicatie in NWT dan ook een plagiaat van dit originele artikel in Skepter.

Ook in het geheel niet nieuw is de wetenschappelijke analyse van het Nederlandse astronoom Louis Strous aangehaald in het artikel van NWT. Zo´n vier jaar geleden heeft Maya kenner John Major Jenkins al uitvoerig en op overtuigende wijze zijn misleidende analyse weerlegt m.b.t. de betekenis van de bijzondere samenstand van de zon op de galactische equator op de winterzonnewende in het 2012 tijdperk. Alleen mocht dit nieuws destijds niet het achtuurjournaal halen.

Het eerste wat opvalt aan de stroom nieuwsberichten die kennelijk na het uitsturen van een persbericht door NWT over deze ‘wetenschappelijke publicatie’ op gang kwam, was het aantal onjuistheden dat klakkeloos overgenomen wordt. Zo verschillen de nieuwsbronnen bijvoorbeeld van mening of de nieuwe ´eindtijd´ nu in 2208 of 2220 plaatsvindt.

Nu.nl wist te melden dat het ´mis´ ging bij de vertaling van de vertaling van de Maya kalender naar de Greenwich Mean Time (GMT), de huidige standaardtijd en vermeldt het foutieve nieuwe jaartal 2208. Dat hier onzorgvuldig en met weinig verstand van zake verslag gedaan wordt mag duidelijk zijn omdat kalenders niet naar tijdszone´s gecorreleerd worden, maar naar kalenders waarvan de datering wel bekend is. Voor de Maya kalender geldt dat deze ´vertaald´ is naar de Juliaanse kalender en de correlatie tussen beide kalenders is een eeuw geleden vastgesteld door o.a. de drie wetenschappers Goodman, Martinez en Thompson. Deze correlatie heet de GMT-correlatie (GMT staat dus niet voor Greenwich Mean Time, maar voor de namen van drie wetenschappers). De correlatie geeft het verschil in dagen weer tussen de start van de Juliaanse kalender en de Maya kalender. Voor de GMT-correlatie is dit 584283 Juliaanse dagen.

De genoemde fouten worden gretig overgenomen door de verschillende media zonder zich kennelijk te hebben verdiept in de juistheid van deze ‘nieuwe’ wetenschappelijke ´bewijzen´. De debunkers springen nu dus massaal op hun in der haast in elkaar getimmerde spreekgestoelten, maar het blijken vooralsnog gammele zeepkistjes te zijn.

Het artikel in NWT heeft geen diepgang en gaat niet verder dan te vermelden dat Fuls de GMT correlatie betwist op grond van de Venus tabellen uit de Dresden codex. Het hindert de debunkers kennelijk niet nu massaal stelling te nemen met dit ‘nieuwe’ bewijs.

Nader onderzoek leert dat Andreas Fuls en Bryan Wells een nieuwe correlatie voorgesteld hebben in hun boek ‘Correlating the Modern Western and Ancient Maya calenders’ (2000). Hun nieuwe WF (Wells-Fuls) correlatie (660208) plaatst de aanvang en het einde van de Maya kalender 4 kalenderrondes (4 x 52 = 208 jaar) vooruit in de tijd t.o.v. de GMT-correlatie. Op zijn website laat Andreas Fuls zien dat zijn WF-correlatie vooral beter scoort op de Venus tabel van de Dresden Codex, de Lange Telling data op tempel 22 in Copan, de voorspellingen van zonsverduisteringen, en de lange telling data van Stela 18, 19 en 20 in Uaxactun die equinox en zonnewende data voorstellen. Daarnaast lijkt de WF-correlatie beter te scoren als het gaat om beschikbare geofysische data. Op het eerste oog lijkt de WF-correlatie er overduidelijk uit te springen als de beste match, maar de grote vraag is hier of de criteria om de correlatie te matchen niet selectief in het voordeel gekozen zijn voor de WF-correlatie?

In de afgelopen 100 jaar zijn er verschillende alternatieve correlaties voorgesteld, maar klaarblijkelijk is er geen één honderd procent perfect gebleken. In essentie komt de keuze voor een correlatie voort uit de keuze de kalender te matchen met de Lange Telling data zoals deze vermeld werden door de Spaanse kolonisten en deze te vergelijken met de Gregoriaanse of Juliaanse kalender. Een tweede groep correlaties geeft er de voorkeur aan om de Maya kalender gegevens te matchen naar de astronomische gegeven van de Maya.

De GMT-correlatie is de meest populaire bij Maya wetenschappers omdat deze gebaseerd is op gegevens van de Spaanse overheersers. De WF-correlatie zit in het tweede kamp dat liever uitgaat van de beschikbare astronomische data. Het feit dat de GMT correlatie de voorkeur heeft van Mayanisten bewijst nog niet haar correctheid, maar omgekeerd is het te kortzichtig om te stellen dat de door nieuwe WF-correlatie de GMT uit de gratie is. De WF-correlatie blijkt namelijk niet overeen te komen met de data van de Spaanse kolonisten. Het lijkt er dus op dat de strijd nog lang niet gestreden is.

Mijn eigen onderzoek richt zich indirect op 2012, het ligt in het verlengde van het onderzoek dat John Major Jenkins gedaan heeft, naar de samenstand van de zon en de Melkweg in dit tijdsgewricht. Ik doel hier op mijn samenwerking met professor Dr. Sergey Smelyakov (wiskundige) m.b.t. de Grote Galactische Conjuncties, de astronomische gebeurtenis die Jenkins ´Galactic Alignment´ in een breder perspectief plaatst.

Jenkins heeft naar mijn mening overtuigend bewijs geleverd voor zijn stelling dat de Maya´s voor de eindtijd van hun Lange Telling kalender een winterzonnewende dag kozen in het tijdperk dat de zon voor zo´n 39 jaar lang op iedere winterzonnewende dag door de galactische equator van de Melkweg schuift. Jenkins noemt een periode tussen 1980 en 2016, gebaseerd op berekeningen van astronoom Jan Meeus, maar Smelyakov corrigeert dit werk en duidt op een periode van 39 jaar tussen 1978-2017, voor het gemak era-2012 genoemd.

Er bestaat een groeiend bewijs dat oude culturen die de dierenriem hanteerden bekend waren met het fenomeen van de precessie van de equinoxen. Dit verschijnsel resulteert erin dat de lente equinox zon in 26.000 jaar door alle twaalf dierenriemtekens reist. Waar de Ouden behoefte aan hadden, zo lijkt het, was om een begin en eindpunt te onderkennen in deze dierenriem als begin en eindpunt van de precessiecylcus zelf. Enkel vanuit deze behoefte kunnen we begrijpen waar het idee van een ´eindtijd´ die we in vele religies en culturen terugvinden vandaan komt. Deze ´eindtijd´ betekent niet het ´einde van de wereld´ zoals de doemdenkers ons voorspiegelen, maar slechts enkel het begin van een nieuwe cyclus.

Het punt nu is dat ieder van de twaalf dierenriemtekens een even geldige kandidaat vormen om als beginpunt te dienen van de 26.000 jarige precessiecyclus. Een willekeurig dierenriemteken aanwijzen als eerste teken in de zodiak is dan ook geen optie. Er is echter één opvallend kenmerk dat zich uitstekend leent om als beginpunt te gebruiken en dat zijn de twee plaatsen in de dierenriem waar de Melkweg de ecliptica kruist. Deze twee plaatsen bevinden zich in de tekens Tweelingen en Boogschutter en de lijn die deze twee kruispunten verbindt is de galactische equator van de Melkweg. Het klieft de dierenriem symmetrisch in tweeën. Indien de equinoxen en of zonnewenden samenvallen met de zon op deze kruising van ecliptica en Melkweg, de twee bijzondere plaatsen in de dierenriem, dan is het eindpunt van de 26.000 jarige cyclus bereikt en begint gewoon de volgende.

Wij leven nu in de ´eindtijd´ die niet alleen door de Ouden voorzien werd, maar dus ook door de inheemse Maya (Hopi en andere) indianen, namelijk het moment dat de zon wederom zijn doorgang zou maken met de galactische equator van de Melkweg dit maal op de zonnewendedagen. De zon gaat door het nulpunt van de dierenriem en markeert zo het ´einde der tijden´. Mijn eigen onderzoek toont aan dat er christelijk esoterische symboliek bestaat die dit op de dierenriem gebaseerde eindtijd begrip codeert en dit verklaart dan ook waarom de Bijbel spreekt van een ‘eindtijd’ in Openbaringen en waarom de vier beesten van de eindtijd astronomische verwijzingen zijn naar het galactische kruis in de zodiak dat het nulpunt markeert.

Deze astronomische gebeurtenis rond het jaar 2012 staat los van de Maya kalender. Een eventuele aanpassing van de Maya kalender einddatum neemt niet weg dat deze astronomische gebeurtenis een feit is dat door de Ouden als belangrijk werd gezien. Het verandert ook niets aan het feit dat deze astronomische gebeurtenis nu plaatsvindt in de jaren tussen 1978 – 2017. Gezien de bewijzen die John Major Jenkins verzameld heeft dat de Maya met hun kalender deze astronomische gebeurtenis beoogd hebben, blijf ik de 2012 einddatum van de Maya Lange Telling kalender steunen.

Tot slot wil ik opmerken dat het van westerse arrogantie getuigt om de Maya’s zelf te corrigeren op het aflopen van hun kalender terwijl er nog Maya stammen zijn, de Quiché uit Guatemala wiens kalender nog steeds synchroon loopt met de Tzolkin en dus ook de Lange Telling kalender van de klassieke Maya. De ouderlingen van deze stam onderschrijven de 2012 einddatum van de Maya kalender. Critici wijzen erop dat deze stammen eenvoudigweg het populaire gedachtegoed van de New Age beweging over genomen hebben en de kennis van hun voorouders uit het oog verloren zijn.

Maar zoals we wel vaker zien zijn wij westerlingen kennelijk beter in staat om ‘primitieve’ wijsheid te corrigeren met overtuigend wetenschappelijke ‘bewijs’. Ons westers superieure wereldbeeld heeft ons kennelijk het recht gegeven namens deze ‘primitievere’ volkeren te spreken en hen te corrigeren.

Het artikel van scepticus Maarten Keulemans blijkt bij nader inzien niet meer dan een persoonlijke opinie te zijn in plaats van de publicatie van een wetenschappelijk team zoals het werd aangekondigd. Wat het meest verrassende is dat na het jarenlange stilzwijgen van de reguliere media betreffende het 2012 thema, dit ‘nieuwtje’ zo snel opgepikt werd. Persoonlijk heb ik dan ook meer over de media geleerd dan over 2012.